59
NL
• Let ook op de veiligheidsmaatregelen
i.v.m. terugslag (zie veiligheidsvoor-
schriften).
• Bij zaagwerkzaamheden op een hel-
ling steeds boven de boomstam staan.
Om op het moment van het „doorza
-
gen“ de volledige controle te behou-
den tegen het einde van de snede de
drukkracht verminderen zonder de
vaste grip aan de handgrepen van de
kettingzaag te lossen. Erop letten dat
de kettingzaag niet de grond raakt. Na
voltooiing van de snede de stilstand
van de kettingzaag afwachten voordat
men de zaagketting daar verwijdert.
De motor van de kettingzaag altijd
uitschakelen voordat men van de ene
naar de andere boom overgaat.
• Gebruik een RCD (Residual Current
Device) met een aanspreekstroom van
maximaal 30 mA.
Als de ketting vast komt te zit-
ten, probeer dan in geen geval
de elektrische kettingzaag met
geweld uit de boom te trekken.
Er bestaat verwondingsgevaar.
Zet de motor af en gebruik een
wig of een hefboomarm om de
elektrische kettingzaag los te
krijgen.
Doorzagen
Doorzagen is het zagen van de gevelde
boom in kleinere, te hanteren stukken.
Zorg ervoor dat u stabiel staat en dat uw
lichaamsgewicht gelijkmatig is verdeeld
over beide voeten. Indien mogelijk moet
de stam zijn geplaatst op takken, balken
of wiggen of erdoor ondersteund worden.
• Let erop dat de ketting tijdens het za-
gen niet de aarde raakt.
• Start de kettingzaag en houdt ze bo-
ven een lichte ondergrond. De zaag
mag de bodem niet aanraken.
Als u oliesporen ziet, funktioneert de ket-
tingzaag naar behoren.
Bij koud weer kan de olie dik wor-
den.
Indien u geen oliesporen ziet,
reinig dan de olieleiding of laat de
elektrische kettingzaag door onze
klantenservice repareren.
Zaagtechnieken
Allgemeen
Neem de bescherming tegen la-
waai en lokale voorschriften bij het
houthakken in acht.
Plaatselijke bepalingen kunnen
een onderzoek naar geschiktheid
noodzakelijk maken. Vraag bij het
bosbeheer na.
• Leg het netsnoer zodanig, dat het
tijdens het zagen niet door takken of
dergelijke vastgegrepen wordt.
• Zet bij iedere snede de klauwaanslag
er vast tegen en begin dan pas met
het zagen.
• U heeft een betere kontrole over de
zaag als u met de onderkant van het
zwaard (met trekkende ketting) en
niet met de bovenkant van het zwaard
(met schuivende ketting) zaagt.
• De ketting mag tijdens of na het door-
zagen noch de aarde noch andere
voorwerpen aanraken.
• Let op dat de zaagketting nooit in de
zaagsnede wordt geklemd. De boom-
stam mag niet breken of scheuren.
Содержание EKS 1835-3
Страница 3: ...3 3 Q M R P O N L K I 1 2 1 2 3 ...
Страница 218: ...218 ...
Страница 231: ...231 ...
Страница 232: ......