
11
Montage
Beide draagriemen over elkaar leggen. Vervolgens een
uiteinde van de draagriem door de opening van de greep
voeren en de andere riem erover de greep leggen.
Afhankelijk van de gewenste bedieningsstand van de
pomphendel (links- of rechtshandig) kunnen beide
draagriemuiteinden aan voor- en achterkant van het apparaat
worden gemonteerd. Voor rechtshandigen moet de
pomphendel links staan.
Beide uiteinden gelijktijdig door de versteller trekken en
vervolgens de versteller tot op de greep schuiven.
Trek nu de 2e versteller op een van de riemuiteinde. De
versteller vervolgens ong. 25 cm van riemuiteinde naar achter
schuiven.
Voer nu het riemuiteinde door het oog aan de
reservoirvoet. Trek vervolgens het riemuiteinde door de
versteller.
Aanwijzing!
Voer stappen
en
ook uit voor de andere zijde. Door
verschuiving van de verstellers kunt u de draagriemen langer of
korter maken en optimaal aan uw lichaamslengte aanpassen.
Draai de klemmoer van de knijpkraan af en schuif hem
vervolgens over de slang. Druk vervolgens de slang over de
slangtüle van de knijpkraan tot de aanslag en draai de
klemmoer vast. Nu kan de spuitstok op de knijpkraan worden
gedraaid.
Druk vervolgens de slang tot de aanslag over de
slangtüle en draai de klemmoer vast.
Inbedrijfstelling
Minimaal aan het begin van elk seizoen moet er worden getest
of de uitbreng van de spuit (l/min.) nog volgens de aangege-
ven normen is! Opgave van sproeimiddel fabrikant in acht
nemen!
G
Het deksel van het reservoir nemen en het apparaat via de
vulzeef vullen.
G
Attentie!
max. vulhoeveelheid (zie technische gegevens),
veiligheidsrichtlijnen en toegestane middelen in acht
nemen. De vulhoeveelheid controleren. De opgaven van de
fabrikant in acht nemen!
G
Het reservoir met het deksel afsluiten.
G
Het apparaat op de rug plaatsen. Draagriemen op passende
lengte instellen.
Sproeien
G
De pomphendel vijf- of zesmaal op en neer bewegen. Hier-
door worden de drukketel en de spuitstok met vloeistof
gevuld en wordt de voor het sproeien noodzakelijk druk
bereikt.
G
Door de bedieningshendel op de knijpkraan omlaag te
drukken wordt de sproeiprocedure geactiveerd. Deze wordt
onmiddellijk onderbroken wanneer de bedieningshendel
wordt losgelaten.
G
De optimale sproeidruk ligt op 2,5 bar en wordt bereikt met
ong. 8 pompslagen per minuut.
G
Tijdens het sproeien op een gelijkmatige verdeling over het
voorwerp letten.
G
Houd rekening met de windrichting! Niet tegen de wind in
sproeien.
De optimale afstand ten opzichte van het voorwerp tij-
dens het sproeien bedraagt 40 - 50 cm.
Legen en onderhouden
G
Het apparaat na gebruik grondig met water reinigen
(meerdere malen uitspoelen) en in geopende toestand
laten drogen.
G
Reiniging van het zeefbuisje in de knijpkraan:
Voor het reinigen moet de knijpkraan worden losge-
schroefd van de aansluitmof van de slang.
G
De afdichtring in het deksel van het reservoir moet
regelmatig worden ingevet, artikelnr. 728761.
G
Voor optimale reiniging van de sproeiers en een veilige
neutralisering van de sproeimiddelresten wordt het gebruik
van GLORIA-reinigingsmiddel voor sproeiers (art.-nr.
1100.0000) aangeraden.
G
De spuitpijp kan in de opneming aan de pomphefboom vast
geklikt worden.
G
Bij reparaties alleen originele GLORIA reserveonderdelen
gebruiken.
G
Reparaties uitsluitend door servicewerkplaatsen van
GLORIA laten uitvoeren.
Technische wijzigingen voorbehouden!
G
F
E
D
C
D
C
B
A
NL
classic1200/1800.qxd:Text_International 02.12.2014 11:06 Uhr Seite 11