12
Nederlands
Onderhoudsbeurt luchtfilterelement
Reinig het element om de 20 uur.
WAARSCHUWING
Autobenzine en detergenten met laag vlampunt kunnen
ontvlambaar en/of explosief zijn en ernstige
brandwonden veroorzaken. Reinig elementen in een
goed geventileerde ruimte en zorg ervoor dat er geen
vonk of vlam is in de nabijheid van de werkruimtes.
Gebruik nooit benzine of een oplosmiddel met een laag
vlampunt om het element te reinigen.
KENNISGEVING
Gebruik geen petroleum oplosmiddel om het element te
reinigen.
Olie het element niet in.
Gebruik geen gecomprimeerde lucht om het element te
reinigen of te drogen.
KENNISGEVING
De motor niet laten draaien zonder luchtfilter, om
buitensporige motorslijtage te vermijden.
●
Demonteer de luchtfilterkap
van de behuizing door de
bevestigingsschroef op het
filter los te draaien.
●
Demonteer het element uit het
luchtfilterhuis.
●
Spoel het filter element in een
verdund reinigingsmiddel en
droog het grondig.
●
Plaats het element opnieuw in
het luchtfilterhuis, monteer het
luchtfilter en bevestig het met
de bevestigingsschroef.
KENNISGEVING
Wanneer het element niet goed gereinigd wordt, kan de
motor beschadigen. Gebruik nooit perslucht om het
element te reinigen of te drogen.
Reinig het element uitsluitend met een oplosmiddel met
een hoog vlampunt. Gebruik hiervoor nooit benzine.
Gebruik de motor niet terwijl de onderdelen van het
luchtfilter gedemonteerd zijn.
OPMERKING
○
Werken in een stoffige omgeving kan een grotere
onderhoudsfrequentie vereisen dan bovenvermeld.
Onderhoudsbeurt brandstoffilter
Reinig het brandstoffilter om de 20 uur.
WAARSCHUWING
Veel oplosmiddelen zijn licht ontvlambaar en kunnen
ernstige brandwonden veroorzaken. Het onjuist gebruik
van oplosmiddelen kan brand of een explosie
veroorzaken. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen
met een laag vlampunt om het brandstoffilter te
reinigen. Reinig het filter alleen in een goed
geventileerde ruimte waar geen open vuur of vonken
aanwezig zijn (zoals de waakvlam van een apparaat).
●
Trek het brandstoffilter uit de
brandstoftank.
●
Reinig het brandstoffilter in een
bakje oplosmiddel met een
hoog vlampunt.
●
Droog het brandstoffilter en
plaats het terug in de
brandstoftank.
OPMERKING
○
Vervang het brandstoffilter door een nieuw exemplaar als de
brandstof na het reinigen nog steeds niet goed stroomt.
Onderhoudsbeurt bougie
Reinig of vervang de bougie en pas de afstand aan om de
50 uur.
WAARSCHUWING
Motoren kunnen extreem heet worden gedurende
normale gebruik. Hete motorcomponenten kunnen
ernstige brandwonden veroorzaken. Stop de motor en
laat hem afkoelen vóór de bougies te controleren.
●
Klem de bougiedop tussen de
vingers en trek deze omhoog.
●
Verwijder de bougie met een
geschikte bougiesleutel.
●
Reinig de elektroden (B) door
koolstofafzetting en vocht met
een draadborstel te
verwijderen.
●
Controleer op barsten in het
porselein of op andere tekenen
van slijtage of beschadiging.
Vervang de bougie indien
nodig.
●
Controleer de elektrodenafstand en pas deze zo nodig aan.
De afstand moet tussen 0,6 mm en 0,7 mm zijn. Als u de
afstand wilt wijzigen, buigt u alleen de elektrode met
bougiegereedschap.
●
Monteer de bougie en draai deze vast met 14 N·m
(1,4 kgf·m).
●
Bevestig de bougiedop stevig op de bougie.
●
Trek de bougiedop iets omhoog om de bevestiging van de
dop te controleren.
Aanbevolen bougie: NGK BPMR7A
A
C
B
A.
Kap van luchtfilterkap
B.
Luchtfilterhuis
C. Element
A
B
C
A.
Brandstoffilter
B. Brandstoftank
C. Brandstofslang
A
B
A. Elektrodenafstand
B. Elektroden