NL
48
vangen een accessoire, de
machine uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact
halen en de machine laten
afkoelen. Controleer of alle
bewegende onderdelen vol
ledig tot stilstand zijn ge
komen alvorens inspecties,
aanpassingen etc uit te voe
ren.
b) Indien er een verlengkabel
wordt gebruikt, mag dit niet
van lichtere kwaliteit zijn
dan het stroomkabel die op
het apparaat is gemonteerd.
d) Controleer altijd voor ge
bruik de stroomkabel en de
verlengkabel op tekenen van
beschadiging of veroude
ring. Als de kabel tijdens het
gebruik beschadigd raakt,
trek de stekker dan onmid
delijk uit het stopcontact.
Raak de kabel niet aan voor
dat de stekker uit het stop
contact is gehaald.. Gebruik
de machine niet als de kabel
beschadigd of versleten is.
d) Houd er bij het onderhoud
van het snijdmechanisme
rekening mee dat, hoewel
de motor niet start vanwege
de vergrendelfunctie van de
beschermer, het snijdmecha
nisme wel kan worden ver
plaatst wanneer de motor
met de hand wordt gedraaid.
e) Probeer de vergrendelfunc
tie van de beschermer nooit
uit te schakelen.
tractievoorziening.
t) Gebruik de machine nooit
met defecte beschermkap
pen of schilden of zonder
veiligheidsvoorzieningen,
bijvoorbeeld zonder gemon
teerde opvangbak.
u) Houd de contactdoos van
de aansluitkabel schoon om
beschadiging van de kabel
of brandgevaar te voorko
men.
p) Stop de machine en haal de
stekker uit het stopcontact.
Controleer of alle bewegen
de onderdelen volledig tot
stilstand zijn gekomen.
Wanneer u de machine achter
laat,
–
Vooraleer obstructies te
verwijderen of verstopte
kanalen te reinigen,
– voor controleren, schoon
maken of werken aan de
machine.
w) Schakel de machine uit
alvorens de verzamelbak
aan te brengen of te ver
wijderen.
x) Raak geen bewegende ge
vaarlijke delen aan voordat
de machine is losgekop
peld van het elektriciteits
net en de messen volledig
tot stilstand zijn gekomen.
ONDERHOUD EN OPSLAG
a) Wanneer de machine wordt
gestopt voor onderhoud,
inspectie, opslag of het ver
