144
NEDERLANDS
•
Het gebruik van oplossingen om
het inbrengen van de connectoren
van 15 mm te vereenvoudigen wordt
afgeraden: dit kan leiden tot onge-
wenste loskoppeling;
•
Sluit de VivaSight-DL op geen ande-
re externe monitorapparatuur dan
de aView aan.
*
Jayasuriya KD, Watson WF: “P.V.C.
cuffs and Lidocaine-based aerosol”;
Br J Anaesth. 1981 Dec ; 53 (12) : 1368.
COMPATIBILITEIT
Wanneer de VivaSight-DL samen
met externe instrumenten (bv.
bronchoscoop, zuigkatheter) wordt
gebruikt, moet u de volgende tabel
met metingen van de effectieve
binnendiameter (zoals bepaald door
ISO 16628) van de VivaSight-DL als
leidraad gebruiken bij de keuze van
de juiste diameter van het externe
instrument dat via de VivaSight-DL zal
worden ingebracht.
PRODUCT
Effectieve
binnendiameter
VivaSight-DL 35 Fr
4,0 mm
VivaSight-DL 37 Fr
4,2 mm
VivaSight-DL 39 Fr
4,8 mm
VivaSight-DL 41 Fr
5,0 mm
WERKING VAN Y-CONNECTOR
Verbind de blauwe leiding van de
Y-connector met de blauwe bronchiale
buis van de VivaSight-DL en verbind de
transparante leiding van de Y-connec-
tor met de transparante tracheale buis
van VivaSight-DL.
Sluiten
Openen
•
Het tracheale en bronchiale lumen
van de Y-connector zijn voorzien
van een pijltje dat de luchtstroom
aangeeft;
•
Er bevindt zich een identiek pijltje
op het roterende deel dat op beide
lumens wordt aangesloten;
•
Wanneer het pijltje op het roterende
deel in dezelfde richting als het pijl-
tje op het lumen wijst, is het lumen
open voor beademing;
•
Draai het roterende deel 180° wan-
neer u het lumen voor beademing
wilt sluiten; de pijltje wijzen dan in
tegenovergestelde richting.
OPSLAG EN TRANSPORT
•
De VivaSight-DL moet bij tempera-
turen tussen 0 °C en 42 °C, bij een
relatieve vochtigheid tussen 10 en
100% en bij een atmosferische druk
tussen 80 en 109 kPa worden opge-
slagen en getransporteerd.
•
Bewaar het instrument op een dro-
ge, koele en donkere plaats.
BIJWERKINGEN
Bijwerken die worden geassocieerd
met het gebruik van VivaSight-DL zijn
identiek aan de bijwerkingen die wor-
den gemeld voor gewone endobron-
chiale buizen met dubbele lumen. De
meest voorkomende zijn: laryngospas-
me, stembandverlamming, verwondin-
gen aan lippen, tandvlees, tong en tan-
den, en aspiratie van de maaginhoud.
Raadpleeg de wetenschappelijke lite-
ratuur voor specifieke informatie over
de bijwerkingen.
Bijwerkingen die worden geassocieerd
met gebruik van standaard endobron-
chiale tubes met dubbel lumen zijn:
fractuur of ontwrichting van de cervi-
cale wervelkolom, endobronchiale of
oesofagiale intubatie, perforatie van de
trachea of slokdarm, mislukte intubatie,
verplaatsing van de tube en verkeerde
plaatsing van de bronchiale buis.
Содержание Left-sided VivaSight-DL
Страница 2: ......