EN
DURO
®
EM303A
+
4
Ref: EM303A
+
-UM-TKI-0116-Rev.A.
Plaats vervolgens het complete rangeersysteem met behulp van de twee U-beugels (9), bouten M10x50,
moeren M10 en ringen M10 (16,17,18) aan de aluminium montageplaten.
Zorg ervoor dat de aluminium aandrijfrollen van het rangeersysteem ongeveer op dezelfde hoogte zijn als de as
van het caravanwiel (0mm~40mm, zie Afb. 10). Zorg er tevens voor dat tussen de motorbehuizing en de
caravanvloer nog minimaal 20mm ruimte vrij is om de motoren vrij te laten bewegen (zie Afb. 10 & 15). Om
een eventueel hoogteverschil te compenseren (en het rangeersysteem lager te plaatsen) heeft EN
DURO
®
een set
afstandhouders beschikbaar. Per set kan 15mm gecompenseerd worden. In het totaal kunnen drie sets gebruikt
worden zodat een hoogte van 45mm gecompenseerd kan worden.
Let op dat de minimale bodemvrijheid tussen het laagste punt van het rangeersysteem en
de grond minimaal 110mm is.
Zorg ervoor dat de hoofd verbindingsstang (3) in het midden uitgelijnd is. Het midden van de staaf is duidelijk
gemarkeerd.
Schuif het complete systeem over het chassis totdat de aandrijfrollen 20mm verwijderd zijn vanaf het loopvlak
van beide banden (zie Afb. 10). Twee 20mm afstandsblokken (30) zijn bijgeleverd.
Het is van essentieel belang dat beide aandrijfrollen precies dezelfde afstand vanaf de band
hebben. De gehele assemblage moet parallel zijn met de as van de caravan.
Positioneer de motoreenheden zodanig dat de aluminium rollen maximaal contact hebben
met het loopvlak van de band. Verder dient er voldoende afstand te zijn (>10mm) tussen de
behuizing van het rangeersysteem en de schokbrekers (indien gemonteerd) en tussen de
behuizing en de (caravan)band (>10mm, zie Afb. 8).
Controleer opnieuw of er aan de bovenkant van de motoren voldoende ruimte vrij is
(minimaal 20mm) om de motoren vrij te laten bewegen (zie Afb. 15).
Draai nu de bouten (Afb. 1A) van de hoofd-verbindingsstang (3) goed vast en borg deze met de contramoeren.
Maak nu alle bouten en moeren van de montagesets (Afb. 2) vast. Allereerst de 2 schuin geplaatste bouten
M10x60 (aandrijfmoment 20 Nm) en daarna andere 4 bouten (aandrijfmoment 40 Nm).
Controleer daarna weer de afstand tussen de aandrijfrollen en het loopvlak van de banden (20mm), de positie
van de aluminium rollen ten opzichte van het loopvlak van de banden en de afstand tussen de aandrijving
behuizing en de banden (Afb. 8) & schokbrekers (>10mm). Hierbij dient het gewicht van de caravan op de
wielen te rusten. Indien nodig de moeren van de montagesets losdraaien en de afstand opnieuw instellen.
Controleer opnieuw of alle bouten en moeren volgens het gestelde aandrijfmoment zijn
vastgemaakt!
De mechanische onderdelen zijn nu geïnstalleerd.
INSTALLATIE – ELEKTRONISCHE ONDERDELEN
Zorg ervoor dat de 12 Volt voeding alsook alle 230 Volt stroomvoorzieningen zijn
losgekoppeld van de caravan.
Indien er al een accu in de caravan gemonteerd zit dient u beide accuklemmen los te halen alvorens u begint
met de installatie van het elektronische gedeelte.
Bepaal een geschikte plaats voor de elektronische controlebox (4), zoals een opslagplaats bijvoorbeeld onder
een bank of een bed. Zorg ervoor dat deze plaats in de buurt is van de accu maar ook weer niet te dichtbij
(40cm tot 60cm) en de ruimte droog is. De controlebox kan verticaal aan een zijwand of horizontaal
gemonteerd worden. Zorg er bij verticale montage voor, dat de aansluitingen naar beneden gericht zijn om
eventuele kortsluiting door een vallend voorwerp te voorkomen.
Bevestig de controlebox op een veilige manier op de juiste positie met twee schroeven M4x50 (33). Note: als
de verstrekte schroeven niet van een geschikte lengte of type voor de gewenste plaats/het materiaal zijn,
wordt u aanbevolen deze zelf te verzorgen.
Boor een gat met een diameter van 25mm door de bodem van de caravan, ongeveer 150mm voor de
controlebox aansluitingen (4).
Let u er uiterst nauwkeurig op dat u chassisdelen, gaspijpen en elektriciteitsdraden niet
raakt!