23
het verminderingssysteem ingesteld worden op de hoogste
uitgangsdruk die niet hoger mag zijn dan 120 PSI (8bar of
KPa x100). Moest de luchttoevoer vanuit een
samengeperste luchtfles komen, dan moet deze voorzien
zijn van een drukregelaar;
verbindt samengeperste
luchtflessen nooit direct met het
drukverminderingssysteem! De druk kan de capaciteit
van het drukverminderingssysteem overschrijden en
daarna ontploffen!
Controleer of het voedingsnet overeenkomt met dat op de
plaat met de technische gegevens. De spanningswisseling
(zie fig. 3) wordt bereikt door te draaien aan de schijf onder
de knop van schakelaar
A
(fig.1 – 1a) .
Als u de stroomkabel
J
(fig.2) aansluit : de geelgroene draad
van de kabel moet op een goed werkende massakabel van
het systeem zijn aangesloten, de overblijvende draden
moeten aangesloten worden op een schakelaar die, indien
mogelijk dicht tegen het snijdgebied geplaatst wordt zodat u
het systeem zo snel mogelijk kunt uitschakelen als dit nodig
zou zijn. De capaciteit van de elektromagnetisch-thermische
schakelaar of van de zekeringen die in serie geplaatst zijn
met de schakelaar moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de
stroom I
1
die door het systeem opgenomen wordt. De
opgenomen stroom I
1
is aangegeven in de technische
specificaties op het systeem dicht tegen de aangevoerde
spanning U
1
beschikbaar. De diameters van alle
verlengdraden moeten aangepast zijn aan de opgenomen
stroom I
1
.
3.3 GEBRUIK
Zet het systeem aan door aan de knop
A
te draaien (fig.1 –
1a) van de hoofdschakelaar; dit wordt gesignaleerd door
licht
B
(fig.1 – 1a) dat aanstaat. Door gedurende een
seconde op de toortsdrukknop te drukken, komt
samengeperste luchtstroom vrij. Controleer dat, onder deze
voorwaarde, de druk die de meter
I
(fig. 2) aangeeft
ongeveer 75 PSI (4,7 bar of KPaX100), zoniet, pas deze
dan aan met behulp van de knop van het
verminderingssysteem
H
(fig. 2), sluit dit dan af door de
knop naar beneden te drukken. Sluit de werkklem aan op
het te snijden werkstuk. Stel de snijdstroom in met behulp
van de knop
C
(fig. 1a), enkel voor art. 424. Gebruik het
mondstuk met diameter Ø 1 mm tot en met een
stroomsterkte van 50A en het mondstuk met een diameter
van Ø 1,2 mm tot en met een stroomsterkte van 70A.
N.B. Door het mondstuk op een afstand van ongeveer 2
mm van het werkstuk te houden kunt u de snijdkwaliteit
in hoge mate verbeteren. Toch wordt het mondstuk
tijdens het snijdproces vaak in contact met het
werkstuk gehouden, vaak dan om praktische redenen.
Het is verboden te snijden als het mondstuk in contact
staat met het werkstuk bij een stroom die hoger ligt dan
50A omdat dit tot vlugge (soms zelfs plotse)
vernietiging leidt van de mondstukopening; dit leidt dan
weer tot een slechte snijdkwaliteit.
Reinig het werkstuk om ervoor te zorgen dat er goed contact
is met de werkklem. Sluit de klem niet aan op het te
verwijderen materiaal. Druk op de toortsdrukknop om de
ontstekingsboog te starten, als het snijden na 4 seconden
niet gestart wordt, valt de ontstekingsboog uit en moet de
knop opnieuw ingedrukt worden om de handeling te
herhalen. Indien mogelijk, is het beter om aan de toorts te
trekken. Trekken is eenvoudiger dan duwen. Houdt de toorts
verticaal gericht als u snijdt. Als het snijdproces om is, en
nadat de knop losgelaten wordt, blijft de lucht uit de toorts
ontsnappen gedurende ongeveer 1 minuut zodat de toorts
kan afkoelen. Het is aan te raden het systeem niet vroeger
af te sluiten. Als u gaten moet boren of om te beginnen met
snijden vanuit het midden van het werkstuk, dan moet u de
toorts schuin houden en dan traagjes terug rechtzetten om
te voorkomen dat gesmolten metaal op het mondstuk
verspreid wordt. (zie figuur 4). Deze handeling moet
uitgevoerd worden met een materiaaldikte van meer dan
1/8" (3 mm). Als u dicht tegen hoeken of holtes moet snijden
(zie figuur 5) dan gebruikt u best verlengde elektroden en
mondstukken. Als u cirkelvormig snijdt, dan moet u een
passer gebruiken (wordt geleverd op aanvraag).
N.B.: Laat de ontstekingsboog niet aanstaan als dit niet
nodig is, om te vermijden dat de elektrode, de gasverdeler
en de mondstukken te vlug verslijten.
3.4 PROBLEMEN BIJ HET SNIJDEN
1) Onvoldoende doordringing
Dit kan te wijten zijn aan:
- Hoge snelheid. Zorg er steeds voor dat de boog voldoende
door het te snijden werkstuk dringt en dat die niet schuin
staat als u er verder doorheen dringt met een hoek groter
dan 10 ÷ 15° (zie figuur 6). Daardoor moet u vermijden het
mondstuk te verslijten (zie fig. 7) en de mondstukhouder de
verbranden (zie figuur 8),
- Werkstuk heeft te grote dikte (zie grafiek van snijdsnelheid
en dikte).
- Werkklem heeft geen goed elektrisch contact met het
werkstuk.
- Versleten mondstuk en elektrode.
- Te lage snijdstroom.
N.B.
Als het systeem niet volledig door het te snijden
werkstuk gaat, zit het mondstuk verstopt met metaalschuim:.
2) Snijdboog valt uit
Dit kan te wijten zijn aan:
- Versleten mondstuk, elektrode of gasverdeler,
- Te hoge luchtdruk,
- Te lage spanningstoevoer.
3) Schuin snijden
Als u schuin snijdt (zie figuur 9) zet u het systeem uit, en
maakt u de houder van het mondstuk los en draait u het
mondstuk een kwart aan, maak alles terug vast en probeer
opnieuw. Herhaal totdat u terug recht snijdt (zie figuur 10).
4) Overdreven slijtage van verbruikbare delen.
Dit kan te wijten zijn aan:
a) te lage luchtdruk in vergelijking met de aanbevolen
luchtdruk.
b) het eindgedeelte van de houder van het mondstuk is te
zwaar doorgebrand.
3.5 PRAKTISCHE AANBEVELINGEN
- Als er teveel vocht en olie in de lucht van het systeem zit
wordt er aangeraden een droogfilter te gebruiken om te
voorkomen dat er te grote oxidatie optreedt en overdreven
slijtage van verbruikbare onderdelen, om te voorkomen dat
de toorts beschadigd wordt of om de snelheid en de kwaliteit
van het snijden te verminderen.
- Luchtonzuiverheden bevorderen de oxidatie van de
elektroden en het mondstuk en maken het moeilijk om de
ontstekingsboog te starten. Als dit voorkomt reinigt u het
eindgedeelte van de elektrode en voert u het mondstuk met
fijn schuurpapier.
- Zorg ervoor dat de nieuwe elektrode en mondstuk
gereinigd en ontvet zijn opdat ze goed passen
Om schade aan de toorts te voorkomen moet u steeds
degelijke reserveonderdelen gebruikten.
Содержание Plasma 420
Страница 2: ...2 ...