23
NAAM ONDERDEEL EN FUNCTIES
(Toppaneel)
16. Inputkiezer voor stereo kanalen. Wisselt tussen de inputs
aangeduid op het voorpaneel. Een LED geeft de ingedrukte
positie aan.
17. Versterking voor stereo kanalen. Regelt de input gevoeligheid als
compensatie voor verschillende bronvolumes.
18. Input level meter voor stereo kanalen. Toont het huidige
inputniveau na de versterking (17) en laat visuele regelbaarheid
toe naar hetzelfde niveau voor alle inputs.
19. Gelijkschakeling voor stereo kanalen. Regelt de toonbalans voor
elke stereo input in drie muziekspecifieke frequentiebereiken met
een regelbaarheid tot -26/+12dB, dus een virtuele “kill” functie
voor elk frequentiebereik indien ingesteld op extreme demping.
20. PFL schakelaar voor stereo kanalen. Verbindt het betreffende
kanaal met de koptelefoon voor
pre fader listening
(PFL). Een
LED toont de gekozen positie.
21. Crossfader toewijzing schakelaar. Deze schakelaar bepaalt of het
signaal van het betreffende kanaal wordt verstuurd naar de
linkerzijde van de crossfader, de rechterzijde of meteen naar de
master output.
22. Kanaal fader voor stereo kanalen. Een kwalitatieve dual rail
60mm fader bepaalt het volume van het betreffende kanaal.
23. Hoofd niveaucontrole. Bepaalt het hoofd output niveau aan de
outputs (3) en (4).
24. Box niveaucontrole. Bepaalt het box outputniveau aan de output
(5).
25. Balanscontrole voor de hoofdoutput. Bepaalt de ratio van de
links/rechts outputniveaus aan outputs (3) en (4).
26. Main niveaumeter. Toont het outputniveau aan outputs (3) en (4).
27. Mono/Stereo schakelaar voor hoofdoutput. Schakelt de hoofdoutput
naar mono bediening. Een LED toont de gekozen positie.
28. PFL Mix controle. Als de PFL mode (30) ingesteld werd op “BLEND”,
kan het koptelefoonsignaal een mix zijn van de hoofdoutput en de
input(s) toegekend aan de PFL bus door schakelaar (20). Deze
toets bepaalt de mixratio tussen het hoofd en PFL signaal.
29. PFL niveau. Bepaalt het signaalvolume aan de koptelefoonoutput
(31). Zet deze toets altijd op minimum vooraleer de koptelefoon op
te zetten, want onverwachte hoge volumes kunnen het gehoor
beschadigen.
30. PFL Mode schakelaar. Deze toets heeft twee voorbeluister modi: (A)
Split. In deze modus komt het hoofdsignaal in een cup van de
koptelefoon, het PFL-signaal aan de andere cup. (B) Blend. In modus worden hoofd en PFL
signaal gemixt met een regelbare ratio via toets (28). Een LED toont de gekozen positie.
31. Koptelefoons output. Twee connectieformats werden voorzien, ¼” TRS en 3.5mm TRS. Beide
connectoren versturen hetzelfde signaal. Draai het PFL niveau (29) naar beneden voor de
koptelefoons worden aangesloten.
32. Crossfader Curve controle. Stelt de eigenschappen in van de crossfader voor overgangscurves
(33) tussen zachte overgang of bijna als een schakelaar voor scratch mixen.
33. Crossfader. Een kwalitatieve dual rail 45mm fader bepaalt de mixratio tussen de stereosignalen
toegekend aan de linker- en rechterzijde door de keuzeschakelaars (21).