21
EIGENSCHAPPEN
-
Professionele DJ mixer met 4 kanalen en ultralage ruis
-
8 x 24 bit digitale effecten van hoge kwaliteit met geavanceerde parametercontrole
-
Intelligente dual auto-BPM teller met tijd en beat sync display
-
Super-smooth dual rail faders en crossfader voor een lange levenscyclus
-
Regelbare crossfader curve voor alle mixing stijlen
-
3-band kill EQ (-32 dB) en precieze niveaumeters
-
Inclusief 3-weg killschakelaar met extreem sterke frequentiescheiding
-
Monitor en Talkover functies
-
Onderdelen van hoge kwaliteit en uitzonderlijk robuuste constructie garanderen lange levensduur
-
Master/ Zone/ Record RCA output. Gebalanceerde XLR Master Output
ONDERDEEL EN FUNCTIE
(Achterpaneel)
1. AC inlaat en zekeringhouder. Gebruik de meegeleverde AC-kabel om het toestel op de netstroom aan
te sluiten. Ga na of de spanning en frequentie vermeld op het toestel overeenstemmen met de
plaatselijke stroomtoevoer. De zekering is toegankelijk via de kleine schuif aan de AC-connector.
Vervang de zekering pas nadat de AC-kabel werd losgekoppeld. Trek de zekeringsschuif uit en vervang
de zekering UITSLUITEND met een zekering van DEZELFDE spanning en frequentie. Als de zekering
opnieuw overslaat na vervanging, lever het toestel dan in aan bevoegd onderhoudspersoneel.
2. Stroomschakelaar. Schakelt het toestel aan en uit. Zorg er steeds voor dat het toestel uitgeschakeld is
wanneer niet in gebruik.
3. Hoofd stereo output. Dit is een gebalanceerde stereo output die het hoofd outputsignaal verstuurt
bediend door (23).
4. Hoofd stereo output. Dit is een gebalanceerde stereo output die hetzelfde signaal verstuurt als output
(3).
5. Zone (Box) stereo output. Dit is een ongebalanceerde output die het boxsignaal verstuurt bediend door
(24). Deze output kan gebruikt worden voor een 2
de
zone die onafhankelijke volumecontrole nodig heeft,
zoals de DJ-box of het zitgedeelte van een club.
6. Record output. Dit is een ongebalanceerde stereo output die hetzelfde signaal verstuurt als de
hoofdoutput (3), maar wordt niet beïnvloed door de hoofdvolumeschakelaar (23). Deze wordt gewoonlijk
gebruikt om de output op te nemen op een externe drager, zoals een CD of geheugentoestel.
7. Line inputs. Deze RCA-connectoren geven input voor line-level signalen aan de aangeduide kanalen.
8. Phono Inputs. Afhankelijk van de positie van de selecteerknoppen (9), leveren deze RCA-connectoren
de volgende inputs: (A) Positie “PHONO”: input voor phono-level signalen naar de aangeduide kanalen,
met de nodige RIAA gelijkschakeling. (B) Positie “LINE”: input voor line-level signalen naar de
aangeduide kanalen. Merk op dat als de Phono inputs niet worden gebruikt en de gevoeligheid naar
“PHONO” werd geschakeld, de inputs worden beëindigd met de meegeleverde pluggen (zoals geplaatst
door de fabrikant bij levering).
9. Gevoeligheid/Gelijkschakeling selectoren voor inputs (8).
10. Microfoon input voor CH1. Dit is een gebalanceerde ¼” TRS-connector zonder fantoomvoeding, en is
dus alleen geschikt voor dynamische microfoons.