92
5 Accupack in het apparaat opladen
5
Accupack in het apparaat opladen
Voordat u met het apparaat kunt werken moet
het accupack worden opgeladen. Daarvoor:
1.
Controleer of het apparaat is uitgescha-
keld (Aan/Uit-schakelaar in stand "0").
2.
Controleer of het accupack juist is ge-
plaatst,
Z
hoofdstuk 4.3, „Plaats het accu-
pack“
.
3.
Steek de voedingsadapter in de oplaad-
bus aan de zijkant van het apparaat
(afb. 13).
4.
Steek de stekker in een stopcontact met
een spanning die overeenkomt met de
spanning die op het typeplaatje van de
stekker is aangegeven (afb. 14).
- Het laadcontrolelampje "
" knippert
groen.
5.
Laat het accupack nu ca. 4 uur opladen tot
het laadcontrolelampje "
" constant
groen brandt (afb. 14).
6.
Als het laadcontrolelampje "
" constant
groen brandt, trekt u eerst de voedingska-
bel uit het stopcontact en daarna uit het
apparaat.
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar door ondeskundig
opladen! Gebruik uitsluitend de meegele-
verde stekker om het accupack op te laden.
AANWIJZING:
Controleer of het apparaat is uitgeschakeld
(Aan/Uit-schakelaar in stand "0") voordat u
de stekker voor het opladen aansluit. Een
ingeschakeld apparaat kan weliswaar ook
worden opgeladen, maar dan moet u het
vóór het gebruik één keer uit- en weer
inschakelen. Anders start het apparaat niet.
13
14
4h
15
AANWIJZING:
Uw apparaat beschikt over een oplaadti-
mer. Een oplaadcyclus duurt ca. 4 uur. De
oplaadcyclus wordt na 4 uur automatisch
beëindigd. Als u het apparaat loskoppelt
van de voeding en het daarna weer aansluit
op de voeding, begint de oplaadcyclus
opnieuw.
Wacht dus tot het laadcontrolelampje
("
") constant groen brandt voordat u het
apparaat loskoppelt van de voeding. Volle-
dige oplaad- en ontlaadcyclussen zorgen
voor een langere levensduur van de accu's.
AANWIJZING:
Laad het apparaat opnieuw op als de batte-
rijindicator "
" op het apparaat constant
rood brandt of als u het apparaat lange tijd
niet hebt gebruikt. Elke verdere oplaadcy-
clus duurt tevens 4 uur.