101
9 Problemen verhelpen
NL
9
Problemen verhelpen
9.1
Als het apparaat niet zo werkt als het moet
Controleer aan de hand van de volgende tabel, of u het probleem zelf kunt oplossen. Mocht u het
probleem met behulp van deze tabel niet kunnen verhelpen, bel dan onze servicehotline (
Z
pagina
186, „International Service“
) en beschrijf ons het probleem.
Probleem
Mogelijke oorzaak / Oplossing
Het apparaat kan
niet aangezet wor-
den.
Het accupack is onjuist geplaatst.
Plaats het accupack op de juiste wijze,
Z
hoofdstuk 4.3, „Plaats het accu-
pack“
.
Het accupack is helemaal leeg.
Schakel het apparaat met de Aan-/Uit-schakelaar uit (stand "0") en laad het
accupack op, zoals beschreven,
Z
hoofdstuk 5, „Accupack in het apparaat
opladen“
.
Bij het opladen was het apparaat ingeschakeld (stand "I").
Schakel het apparaat met de Aan-/Uit-schakelaar uit (stand "0") en weer in
(stand "I"). Het apparaat start dan weer.
Het behuizingsdeksel werd verwijderd terwijl het apparaat nog was inge-
schakeld.
Schakel het apparaat met de Aan-/Uit-schakelaar uit (stand "0") en weer in
(stand "I"). Het apparaat start dan weer.
Het behuizingsdeksel zit niet goed. Schakel het apparaat met de Aan-/Uit-
schakelaar uit (stand "0") en sluit het behuizingsdeksel zoals beschreven,
Z
hoofdstuk 8.4, „Stofbak plaatsen“
.
De batterij-
indicator "
"
brandt rood.
Het vermogen van het accupack is te zwak.
Schakel het apparaat met de Aan-/Uit-schakelaar uit (stand "0") en laad het
accupack op, zoals beschreven,
Z
hoofdstuk 5, „Accupack in het apparaat
opladen“
.
Het apparaat maakt geen contact met de vloer.
Zet het apparaat op de vloer neer. Het begint nu direct te reinigen.
De reinigings-
indicator "
"
brandt rood.
De stofbak is te vol of het filter is vervuild.
Schakel het apparaat met de Aan-/Uit-schakelaar uit (stand "0") en ga te
werk zoals beschreven onder
Z
hoofdstuk 8, „Na het gebruik“
.
Het apparaat start
weliswaar, rijdt
echter steeds ach-
teruit.
De schuifregelaar voor het instellen van de gevoeligheid van de valsensoren
staat in de stand voor lichte vloeren, terwijl het apparaat op een donkere
vloer wordt gebruikt.
Pas de stand van de schuifregelaar voor het instellen van de gevoeligheid
van de valsensoren aan,
Z
hoofdstuk 6.1, „Gevoeligheid van de valsensoren
instellen“
.
Het apparaat rei-
nigt de te reinigen
kamer slechts ten
dele.
Het apparaat kan
afhankelijk van de grootte van de te reinigen ruimte
aan
het einde van de 3 modi niet automatisch overal zijn geweest.
Laat het apparaat lopen tot het elk gedeelte van de ruimte heeft gehad.