NEDERLANDS
41
5. BEHEER
5.1
Opslag
Alle pompen moeten op een overdekte, droge plaats met een liefst constante luchtvochtigheid, trilling- en
stofvrij, opgeslagen worden.
Zij worden in hun oorspronkelijke verpakking geleverd, waar ze in moeten blijven tot het moment van
installatie. Als dit niet zo zou zijn, ervoor zorgen de aan- en afvoeropeningen zorgvuldig af te sluiten.
5.2
Transport
Vermijden de producten aan onnodig stoten en botsen te onderwerpen.
Om de eenheid op te tillen en te transporteren hefmachines en de (indien voorzien) standaard bijgeleverde
pallet gebruiken. De nodige touwen van plantaardige of synthetische vezels alleen gebruiken, als het stuk
gemakkelijk met stroppen op te hijsen is, liefst door de standaard bijgeleverde oogbouten te gebruiken.
In geval van pompen met een aanbouw kunnen de voor het optillen van een onderdeel voorziene oogbouten
niet gebruikt worden om de motor-pomp-eenheid op te tillen.
5.3
Afmetingen en gewicht
De sticker op de verpakking geeft het totaalgewicht van de electropomp aan. De afmetingen voor
plaatsinname zijn aangegeven op bladz. 95
6. WAARSCHUWINGEN
6.1
Gespecialiseerd personeel
Het is aan te raden, dat de installatie door bevoegd, gekwalificeerd
personeel uitgevoerd wordt, dat over de door de specifieke,
betreffende normen verlangde vereisten beschikt.
Onder gekwalificeerd personeel verstaat men de personen, die door hun scholing, ervaring en
opleiding alsook hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen ter
voorkoming van ongelukken en over de arbeidsomstandigheden door de
veiligheidsverantwoordelijke van de installatie geautoriseerd zijn iedere noodzakelijke
handeling uit te voeren en daarbij in staat zijn ieder gevaar te onderkennen en te vermijden.
(IEC 364 Definitie voor het technische personeel.)
6.2
Veiligheid
Het gebruik is alleen toegestaan, als de electrische installatie gekenmerkt wordt door veiligheidsmaatregelen
volgens de in het land van installatie van het product geldende Normen (voor België/Nederland [CEI 64/2]).
6.3
Controle draaiïng motoras
Controleer vóór het installeren van de pomp of de bewegende delen vrij kunner draaien. Hiertoe gaat u,
afhankelijk van het type pomp, als volgt te werk:
KVC:
de ventilatorkap (13) uit de houder van de achterste motorkap (11) verwijderen: met een
schroevedraaier inwerken op de inkerving in de motoras aan ventilatiezijde. In geval van blokkering lichtjes
met een hamer op de schroevedraaier slaan
(afb. A).
KV3/6/10
: de ventilatorkap (13) uit de houder van de achterste motorkap (11) verwijderen: door manueel
inwerken op de ventilator de motoras enkele omwentelingen laten maken. In geval van blokkering de drie
beveiligingen van de koppeling (92) verwijderen en met twee hendels de koppeling (40) laten draaien.
KV 32/40/50:
de acht schroeven (71) losdraaien en de beide beveiligingen (92) verwijderen, zodat op de
koppeling (40/40A) kan worden ingewerkt. In geval van blokkering de twee hendels op de onderkant van de
steun (3) inschakelen en verticaal laten draaien, waardoor de loopwielen vrij komen. Wanneer dit niet lukt,
de pomp loodrecht zetten, het deksel op 1” (64) onder het aanzuiglichaam (96) afnemen en ter hoogte van de
schoef (18A) met enn hamer inwerken, waarbij een passend rond staafijzer uit messing als onderlegger wordt
passend rond staafijzer uit messing als onderlegger wordt gebruikt. Om te controleren of de loopwielen
gedeblokkeerd zijn, afhankelijk van het model ofwel de schroeven (136) ofwel de blinde (133) losdraaien en
het smeernippelverlengstuk (101), indien aanwezig, demonteren, de ventilatorkap (13) verwijderen en de
ventilator (12) met de hand in beweging zetten en enkele omwentelingen laten maken.
De ventilator niet forceren met tangen of ander gereedschap om te
proberen de pomp vrij te maken, omdat men vervorming of het
breken ervan zou veroorzaken.
6.4
Nieuwe installaties
Alvorens nieuwe installaties te laten functioneren moet men de ventielen, leidingen, reservoirs en
koppelingen zorgvuldig schoonmaken. Vaak laten soldeerresten, roestschilfers of ander vuil eerst na zekere
tijd los. Om te vermijden, dat deze in de pomp terechtkomen, moeten ze door geschikte filters opgevangen
worden. Het vrije oppervlak van het filter moet een doorsnede hebben, die minstens 3 keer groter is dan die
Содержание KV 10/2
Страница 2: ......
Страница 101: ...96 ...
Страница 102: ...97 ...
Страница 103: ...98 ...
Страница 104: ...99 ...
Страница 107: ...102 KV 6 7 M KV 10 4 M KV 10 5 M KV 3 7 T KV 3 10 T KV 6 7 T KV 10 4 T KV 10 5 T ...
Страница 108: ...103 KV 32 2 T KV 32 3 T KV 32 4 T KV 32 5 T KV 32 6 T KV 32 7 T KV 32 8 T ...
Страница 109: ...104 KV 40 2 T KV 40 3 T KV 40 4 T KV 40 5 T KV 40 6 T KV 40 7 T KV 40 8 T ...
Страница 110: ...105 KV 50 2 T KV 50 3 T KV 50 4 T KV 50 5 T KV 50 6 T KV 50 7 T KV 50 8 T KV 50 9 T ...
Страница 114: ...109 05 07 cod 0013 550 05 ...