NEDERLANDS
25
STORINGEN
CONTROLEREN
(mogelijke oorzaken)
OPLOSSING
De pomp geeft geen of onvoldoende
water.
De waaier is versleten of loopt ergens
tegen aan.
Vervang de waaier of haal de belem-
mering weg.
Controleer of de driefasenmotor in de
juiste richting draait.
De twee stroomdraden met elkaar
verwisselen.
De motor start niet, maar maakt wel
geluid.
Controleren of de netspanning
overeenkomt met die welke op het
plaatje is aangegeven.
Controleren of de aansluitingen
correct zijn uitgevoerd.
Eventuele fouten corrigeren.
Controleren of in de schakelkast alle
fasen aanwezig zijn.
Mocht dit niet het geval zijn de fase
herstellen.
De as is geblokkeerd. Zoek naar
eventuele belemmeringen in de pomp
of in de motor.
Eventuele belemmeringen wegnemen.
De condensator is in kortsluiting of
onderbroken.
De condensator vervangen.
De motor draait moeilijk.
Controleer of er voldoende spanning
is.
Controleer of de bewegende delen
niet in aanraking komen met vaste
delen.
Neem de oorzaak hiervan weg.
Controleer de staat van de lagers.
Vervang eventueel beschadigde lagers.
De beveiliging (aan de buitenkant) van de
motor treedt dadelijk na het starten in
werking.
Controleer of op het klemmenbord
alle fasen aanwezig zijn (bij de driefa-
senmotor)
Indien dit het geval is de fase herstellen.
Controleer op mogelijke open of vuile
contacten in de beveiliging.
Vervang of maak het onderdeel in
kwestie schoon.
Controleer op een eventuele onjuiste
isolatie van de motor door de
faseweerstand en de aarding te
verifiëren.
Vervang het motorhuis met stator of
herstel eventuele aardleidingen.
De motorbeveiliging treedt te vaak in
werking.
Controleer of de omgevingstempera-
tuur niet te hoog is.
Lucht de ruimte waarin de pomp is
opgesteld, goed door.
Controleer of de beveiliging correct is
afgesteld.
Stel de beveiliging op een stroomwaarde
in die met de opname van de motor bij
vol bedrijf in overeenstemming is.
Controleer het toerental van de motor.
Controleer de gegevens op het
motorplaatje.
Controleer de staat van de lagers.
Vervang de beschadigde lagers
De pomp trilt en maakt veel lawaai.
Controleer of de pomp en/of leidingen
goed vast zitten.
Zet de losgegane delen goed vast.
Er treedt cavitatie op in de pomp.
Verhoog de druk in het systeem, waarbij
u binnen de vastgestelde grenzen dient
te blijven.
De bedrijfswaarden van de pomp zijn
niet in overeenstemming met die van
het motorplaatje zijn.
Verminder de wateropbrengst.
Controleer of de netspanning
overeenkomt met de op het plaatje
aangegeven waarde.
De motor neemt teveel vermogen op.
Controleer of de vloeistof niet te dicht
of te visceus is.
Controleer de te verpompen vloeistof.
Controleer of de bewegende delen
niet met de vaste in aanraking komen.
De oorzaak hiervan wegnemen.
De netspanning komt niet met de op
het plaatje aangegeven waarde
overeen.
De spanning corrigeren.
De bedrijfswaarden van de pomp zijn
niet in overeenstemming met die van
het motorplaatje.
Verminder de wateropbrengst.
Содержание CM-G
Страница 2: ...P 7 5 kW P 7 5 kW...
Страница 43: ...38 C 8 9 77 B 76 D 10 E F 5 G 11 30 5 5 20 30 7 5 60 5 10 11 1 0 C...
Страница 44: ...39 12 IP55 12 1 12 2 4 Fig 4 13...
Страница 45: ...40...
Страница 78: ...73 C 8 9 3 D 3 10 E 3 F 5 G 11 1 30 3 5 5 HP 20 30 3 7 5 60 HP 5 10 11 1 0 C...
Страница 79: ...74 12 12 1 12 2 4 Fig 4 13 The pump supplies insufficient flow 3...
Страница 80: ...75...
Страница 90: ...85...
Страница 91: ...86...