- 95 -
Cod. 1910000001165 - nv01
Het productlabel bevat de volgende technische, energie- en
productidentificatiegegevens; op de warmtepomp bevindt zich een label met
een serienummer en streepjescode ter identificatie van de warmtepomp:
Product
[
product model
]
Art.
[
article number
]
Serial Nr.
[
xxxxx
]
Year
[
year
]
Power
220-240 V - 1 Ph ~ 50Hz - 430 W+1500 W
IP44
[COMPANY LOGO]
Identificatie warm-
tepomp
Barcode
Serienummer
Energiegegevens op de labels/ technische bladen van het product
5.1
Technische gegevens van het product
LIMIET BEDRIJFSOMSTANDIGHEDEN:
Warmtewisselaar, accumulatie en warmtepomp:
Zie productlabel
TECHNISCHE GEGEVENS VAN DE WARMTEPOMP:
Voeding:
230 V–1 Ph–50Hz
Koelmiddel:
Zie productlabel
Koelmiddelvulling:
Zie productlabel
Geluidsvermogenniveau:
Zie productlabel
Kanalen Ø min:
125 mm
Kanalen L max:
8 m
(1)
Luchtdruk:
60 Pa
Geabsorbeerd vermogen:
430 W (+1500 W)
(2)
Geabsorbeerde stroom:
1,9 A (+ 6,5 A)
(2)
C.O.P. (EN 16147):
Zie productlabel
Thermisch vermogen:
Geabsorbeerd vermogen x C.O.P.
(1) som van aanzuig- en afvoerkanalen
(2) maximumwaarde voor de PDC (tussen haakjes elektrische weerstand)
6.
Werking van de warmtepomp
De warmtepompmodule produceert sanitair warm water met behulp van
de geconsolideerde technologie die gebruik maakt van het hieronder
beschreven werkingsprincipe:
• Het koelmiddel verandert van status in de verdamper door warmte op
te nemen van de lage temperatuurbron (buitenlucht).
De compressor, die het kloppend hart van het systeem is, verhoogt het
energieniveau van de onttrokken warmte: het koelmiddel bereikt door het
verhogen van de druk een temperatuur die hoger is dan de temperatuur
van het sanitair warm water.
In de condenser wordt het mogelijk om thermische energie af te geven
aan het tapwater en het te verwarmen tot 55 °C. De geaccumuleerde
warmte wordt langdurig opgeslagen en bewaard, dankzij de isolerende
polyurethaan ommanteling.
• Tot slot keert het koelmiddel via het expansiedeel terug naar lage druk,
koelt af en is opnieuw beschikbaar om andere “ecologische” warmte
“te laden” uit de buitenlucht.
Het is bovendien mogelijk om hulpbronnen te gebruiken, met extra warmtewisselaars
die zijn aangesloten op boilers of zonnepanelen. De standaardeenheid heeft
een eenfasige elektrische weerstand van 1,5 kW. Het reservoir is gemaakt van
koolstofstaal, met Polywarm
®
beklede binnenkant, een magnesiumanode en met
buitenbekleding van gegalvaniseerd en gecoat plaatmateriaal.
7.
Installatie en inbedrijfstelling
7.1 Definities
GEBRUIKER
- De gebruiker is de persoon, de instelling of het bedrijf
die/dat de machine heeft gekocht of gehuurd en van plan is deze te
gebruiken voor de beoogde doeleinden.
BEDIENER/OPERATOR
- De bediener of operator is de persoon die
door de gebruiker geautoriseerd is om de machine te bedienen.
GESPECIALISEERD PERSONEEL
- Hiermee bedoelen we de personen
die specifieke opleidingen hebben gevolgd, waardoor zij in staat zijn
om de gevaren te herkennen die voortkomen uit het gebruik van deze
machine en deze mogelijk kunnen vermijden.
7.2
Veiligheidsvoorschriften
De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af voor het
niet naleven van de hieronder beschreven veiligheids- en
preventievoorschriften.
De fabrikant wijst tevens alle verantwoordelijkheid af voor schade
veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van het product en/of wijzigingen
die zonder toestemming zijn aangebracht:
• De installatie en het opstarten moeten worden uitgevoerd door
gespecialiseerd personeel.
• Draag tijdens het installeren geschikte kleding voor ongevallenpreventie,
bijvoorbeeld: bril, handschoenen, enz. zoals aangeduid door de norm
686/89/EEG en latere wijzigingen.
• Zorg tijdens de installatie voor een absoluut veilige en schone
omgeving, vrij van belemmeringen.
• Neem de geldende wetgeving in het land waar de machine is
geïnstalleerd in acht, met betrekking tot het gebruik en het afvoeren
van de verpakking en van de producten die worden gebruikt voor
het reinigen en onderhouden van de machine en neem tevens de
aanbevelingen van de fabrikant van deze producten in acht.
• Controleer vóór het in bedrijf stellen van het apparaat de perfecte integriteit
van de verschillende componenten en van de gehele installatie.
• Vermijd uitdrukkelijk het aanraken van of vast te komen zitten tussen
de bewegende delen.
• Voer geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit, zonder dat
de netspanningskabel vooraf is losgekoppeld.
• Onderhoud en vervanging van beschadigde of versleten onderdelen
mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en
volgens de instructies in deze handleiding.
• Reserveonderdelen moeten voldoen aan de vereisten die zijn
gedefinieerd door de fabrikant.
• Neem
bij
het
ontmantelen
van
het
product
de
antivervuilingsvoorschriften in acht.
N.B.: De installateur en de bediener dienen bij het gebruik van het
product alle andere soorten risico’s die aan de installatie zijn
verbonden, in acht te nemen en te verhelpen. Bijvoorbeeld
risico’s door het binnendringen van vreemde voorwerpen, of
risico’s die gepaard gaan met de aanvoer van brandbare of
giftige gassen die schadelijk zijn bij hoge temperaturen.
Nederlands