82
h) Instelfuncties in de "Playback"-modus
Selecteer eerst met de toets "MODE" de "Playback"-modus (links onder op het display worden
het nummer van de actuele opname en het totale aantal opnames zichtbaar).
Indien er nog geen opnames in het interne geheugen of op een geplaatste SD-
geheugenkaart voorhanden zijn, dan verschijnt op het TFT-scherm een
foutmelding.
Druk op de toets "M" (14), het hoofdmenu wordt zichtbaar.
Met de toetsen "
" (7) en "
" (16) kunnen de verschillende instelfuncties worden geselecteerd.
Met de toets "
" (15) wordt het submenu opgeroepen; selecteer daarna met de toetsen "
"
(7) en "
" (16) een van de instellingen.
Bevestig een instelling met de toets "M" (14), zo komt u terug in het hoofdmenu.
De volgende instelfuncties zijn beschikbaar:
• Functie "Erase"
"One": De actueel zichtbare foto wordt gewist.
"All": Alle opnames in het geheugen (of op een geplaatste SD-geheugenkaart) worden
gewist.
"Format": Voor zover nodig kan hier het geheugen (of een geplaatste SD-geheugenkaart)
worden geformatteerd. Hierbij zullen alle gegevens op de geheugenkaart verloren gaan.
• Functie "DPOF"
De instelling is alleen zinvol, als de opname opgeslagen is op een SD-geheugenkaart.
"DPOF" betekent "Digital Print Order Format"; voor elke opname kan bij deze functie worden
vastgelegd, hoe vaak ze door een fotolabo moet worden afgedrukt of ontwikkeld (voor zover
de geheugenkaart naar een fotolabo wordt gebracht, dat deze informatie kan uitlezen).
• Functie "Rotation"
Voor de weergave op het TFT-scherm kan het beeld in stappen van 90° worden gedraaid
(0°, 90°, 180°, 270°).