Aandrijving op de latei bevestigen
Het kan nodig zijn om de aandrijving tijdelijk hoger te leggen,
opdat de rail bij meerdelige poorten niet tegen de veren stoot.
De aandrijving moet daarbij ofwel goed gestut zijn (ladder) of
door een tweede persoon worden vastgehouden.
Aandrijfkop op garagevloer onder de lateibevestiging leggen. Rail
optillen tot de gaten van het bevestigingsstuk of de gaten van de
lateibevestiging over elkaar liggen.
De schroef (1) in de gaten steken en vastzetten met moer (2).
Poortaandrijving ophangen
Poort helemaal openen, poortaandrijving op de poort leggen (afb. A).
Leg een stuk hout / karton onder de gemarkeerde plaats (X).
De opener moet stevig op de garageconstructie bevestigd worden.
Er zijn drie representieve installaties afgebeeld. De uwe kan echter
nog anders zijn. De hangijzers (1) moeten onder een hoek bevestigd
worden (Afbeelding A) om voor een stevige bevestiging te zorgen.
Bevestig bij afgewerkte plafonds (Afbeelding B) een stevige metalen
steun (niet bijgeleverd) (4) op de garageconstructie voordat u de
opener installeert. Voor het monteren aan een betonnen plafond
(Afbeelding C) de meegeleverde betonankers gebruiken (5).
Meet aan weerszijden van de opener de afstand van de opener tot de
draagconstructie (of plafond).
Zaag beide hangijzers af op de vereiste lengte. Maak van elk hangijzer
één uiteinde vlak en buig of draai dit zo dat het overeenkomt met de
bevestigingshoeken. Buig de hangijzers niet ter hoogte van de
gaten. Boor 4,5mm aanzetgaten in de draagconstructie (of plafond).
Bevestig de steunen met houtschroeven (2) aan de steunen.
Til de opener omhoog en bevestig deze aan de hangijzers met bouten
en moeren (3). Controleer of de rail precies midden boven
de deur zit. VERWIJDER de 25mm dikke lat. Doe de deur met de
hand open en dicht. Als de deur tegen de rail stoot, moet u de
kopsteun hoger bevestigen.
Let er op dat de rail horizontaal langs het plafond loopt.
De afstand kan worden aangepast met de opgegeven
afstanden tussen de gaten. Uitstekende uiteinden van de
plafondbevestiging kunnen worden ingekort, indien nodig.
Poortbevestiging monteren
Inbouw bij sectionaalpoorten of eendelige poorten:
De poortbevestiging (1) beschikt over meerdere bevestigingsgaten.
De poortbevestiging moet in het midden bovenaan aan de binnenkant
van de poort liggen, zoals geïllustreerd. Gaten markeren en poort-
bevestiging vastschroeven.
Montagehoogtes:
1. Eendelige poort of sectionaalpoort met één geleidingsrail:
afstand tot de bovenkant van de poort 0-100 mm.
2. Sectionaalpoort met twee geleidingsrails:
afstand tot de bovenkant van de poort 100-130 mm.
TER INFO:
Het bevestigingspunt aan de poort moet het frame of een stabiele
plaats op het poortpaneel zijn. Evt. te doorboren zoals geïllustreerd
in afb. B en vast te schroeven (schroeven niet meegeleverd).
Rail op de aandrijving monteren
1. Transportbeveiliging (X) verwijderen. Controleren of de ketting op
het tandwiel zit. Als de ketting er bij de montage tot afgegleden is, de
ketting ontspannen, opleggen en opnieuw opspannen.
2. De rail (1) omdraaien en met de tandwielzijde (2) helemaal op de
aandrijving (3) steken.
3. De rail met de twee bevestigingsbeugels (4) en de schroeven (5)
op de aandrijving bevestigen.
Daarmee is de montage van de poortaandrijving voltooid.
Inbouw van de poortaandrijving
Het midden van de garagepoort
bepalen
Bij bovenhandse werken moet ter bescherming van de ogen een
veiligheidsbril worden gedragen. Om te vermijden dat de poort wordt
beschadigd, moeten alle aanwezige blokkeringen / sloten worden
uitgeschakeld.
Om zware verwondingen te vermijden, moeten alle externe op de poort
aangesloten kabels en kettingen vóór de installatie van de poort-
aandrijving worden gedemonteerd. De poortaandrijving moet op een
hoogte van minstens 2,10 m boven de grond worden geïnstalleerd.
Markeer vervolgens de middellijn van de poort (1). Trek vanuit dit punt
een lijn tot aan het plafond.
Voor de montage aan een plafond tekent u vanaf deze lijn een andere
lijn in het midden van het plafond (2) in een rechte hoek naar de poort.
Lengte ca. 2,80 m.
Lateibevestiging monteren
A. Wandmontage:
Lateibevestiging (1) in het midden op de verticale middellijn (2) leggen;
daarbij ligt de onderste rand op de horizontale lijn. Alle gaten voor de
lateibevestiging markeren. Gaten voorboren met een diameter van
4,5 mm en de lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (3).
TIP:
In geval van montage op een betonbedekking / betonlatei moeten de
meegeleverde betonpluggen (4) en schroeven (3) worden gebruikt.
Grootte van de boorgaten bij beton: 8 mm.
B. Plafondmontage:
Verticale middellijn (2) doortrekken tot aan het plafond en ca. 200 mm
langs het plafond. Lateibevestiging (1) op de verticale markering tot op
150 mm van de wand in het midden aanbrengen. Alle gaten voor de
lateibevestiging markeren. Gaten boren met een diameter van 4,5 mm
en de lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (3).
TIP:
De afstand tussen het hoogste punt en het poortframe en de rail mag
maximaal 50 mm bedragen (afb. A).
Naargelang het poorttype gaat het poortframe enkele cm omhoog,
wanneer de poort wordt geopend. Hou daarmee rekening, zodat de
poort later niet tegen de rail schuurt.
nl
4
11
12
12.1
13
14
15
16
Содержание Motorlift ML700
Страница 62: ......
Страница 63: ......
Страница 64: ...114A4292D 2012 Chamberlain GmbH ...
Страница 138: ......
Страница 139: ......
Страница 140: ...114A4390C 2012 Chamberlain GmbH ...
Страница 141: ......
Страница 142: ......