89
Gebruiks- en
restwarmte- indicatie
Alle kookzones zijn uitgerust met een gebruiks- en
restwarmte-indicatie die aan is wanneer de vlam van de
betreffende kookzone brandt.
Na uitschakeling van de kookzone blijft de restwarmte-
indicatie branden zolang de uitgeschakelde kookzone te
heet is om zonder risico te worden aangeraakt.
Wanneer de kookzone voldoende is afgekoeld gaat de
restwarmte-indicatie uit.
Oververhittings-
beveiliging
Ter bescherming van de elektronica is het kookveld
uitgerust met een oververhittings- beveiliging.
Deze schakelt bij oververhitting alle branders uit, waarna
de gebruiksindicaties van alle branders en de
hoofdschakelaar gaan knipperen.
Draai alle bedieningselementen op de -stand.
Wacht tot het apparaat voldoende is afgekoeld en de
aan-/uitindicatie van de hoofdschakelaar uit- gaat.
Nu kunt u het apparaat weer op de gebruikelijke manier
inschakelen.
De aan-/uitindicaties van de branders houden op met
snel knipperen of er wordt over- geschakeld op de
restwarmte-indicatie.
Kinderslot
Om de beveiliging voor kinderen te activeren dient u het
apparaat met de hoofdschakelaar uit te zetten, en enkele
seconden lang op het kinderslot te drukken, totdat het
controlelampje van het kinderslot gaat branden. Het
kookveld kan nu niet worden ingeschakeld.
Om de beveiliging voor kinderen te deactiveren dient u
enkele seconden lang op het kinderslot te drukken, totdat
het controlelampje van de hoofdschakelaar gaat
branden. Het kookveld kan nu weer zoals gebruikelijk
worden ingeschakeld.
Buitenste vlam op de minimumstand, binnenste
vlam op de maximumstand.
Binnenste vlam op de maximumstand.
Binnenste vlam op de minimumstand.