Nederlands |
43
Bosch Power Tools
1 609 929 X58 | (12.5.11)
Opmerking:
Het gebruik van een persluchtverzorgingseen-
heid is noodzakelijk. Deze waarborgt een correcte werking
van de persluchtgereedschappen.
Lees de gebruiksaanwijzing van de verzorgingseenheid en
neem deze in acht.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moeten ge-
schikt zijn voor de druk en de vereiste luchthoeveelheid.
Voorkom vernauwingen van de toevoerleidingen, bijvoor-
beeld door afknellen, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchtingang met
een manometer terwijl het persluchtgereedschap ingescha-
keld is.
Aansluiting van de persluchtvoorziening aan de slangba-
lans (zie afbeelding A)
Schroef de slangnippel
14
in het aansluitstuk van de luchtin-
gang
7
.
Ter voorkoming van beschadigingen aan inwendige ventielde-
len van de slangbalans dient u bij het in- en uitdraaien van de
slangnippel
14
het uitstekende aansluitstuk van de luchtingang
7
met een steeksleutel (sleutelwijdte 17 mm) tegen te houden.
Maak de slangklemmen
15
van de luchttoevoerslang
16
los.
Duw het ene uiteinde van de luchttoevoerslang over de slang-
nippel
14
en draai de slangklem weer stevig vast. Stulp ver-
volgens het andere uiteinde van de luchttoevoerslang over de
koppelingsnippel
17
en bevestig de luchttoevoerslang door
ook de andere slangklem stevig vast te draaien.
Schroef een automatische slangkoppeling
18
in de luchtuit-
gang van de verzorgingseenheid
19
. Met automatische slang-
koppelingen kan snel een verbinding tot stand worden ge-
bracht en wordt de luchttoevoer bij het loskoppelen
automatisch onderbroken.
Steek de koppelingsnippel
17
in de koppeling
18
om de lucht-
toevoerslang aan de verzorgingseenheid aan te sluiten.
Aansluiting van het persluchtgereedschap aan de slang-
balans (zie afbeelding B)
f
Het persluchtgereedschap moet altijd met volledig in-
getrokken persluchtslang aan de snelsluitkoppeling 12
worden aangesloten of daarvan worden losgemaakt.
Uitgetrokken persluchtslangen zonder last kunnen met
een zweepslag terugschieten en letsel veroorzaken.
f
Overschrijd niet de vermelde minimale en maximale
draaglast (zie „Technische gegevens”).
Een overschrij-
ding van het draaglastbereik beschadigt de veer in de be-
huizing.
Het persluchtgereedschap kunt u op twee manieren op de
slangbalans aansluiten.
– Koop een koppelingsnippel met schroefdraad
20
die in het
aansluitstuk an de luchtingang
21
van het persluchtge-
reedschap past (zie „Aansluiting op de luchttoevoer” in de
gebruiksaanwijzing van het persluchtgereedschap) zodat
u het persluchtgereedschap rechtstreeks op de slangba-
lans kunt aansluiten of daarvan los kunt koppelen.
Let erop dat u het persluchtgereedschap niet onbedoeld in
werking stelt terwijl u de koppelingsnippel
20
met de snel-
sluitkoppeling
12
verbindt.
– Verbind de slangnippel met slangtule
13
en de slangnippel
22
die bij het persluchtgereedschap wordt meegeleverd
met een kort slangtussenstuk
23
. Draai de slangklemmen
stevig vast.
Let erop dat u het persluchtgereedschap niet onbedoeld in
werking stelt terwijl u de slangnippel
13
met de snelsluit-
koppeling
12
verbindt.
Gebruik
Instellingen van de slangintrekking
f
Overschrijd niet de maximale slanguittreklengte (zie
„Technische gegevens”).
Type 0 607 950 938 | ... 939
Stel eerst de draaglast in (zie „Draaglastinstelling bij de slang-
balansen”, pagina 43).
Draai de kruiskopschroef van de slangintrekbegrenzing
11
los.
Stel de persluchtslang
10
op de gewenste lengte in en draai
de kruiskopschroef van de slangintrekbegrenzing weer vast.
Instellen van de kabellengte
Type 0 607 950 954 | ... 955 | ... 956 | ... 957 | ... 958
De veerbalansen worden geleverd met een lange kabel
25
zo-
dat de kabellengte kan worden aangepast.
Trek de kabel
25
door het kabelslot
31
.
Houd een minimumafstand van 1 meter aan:
– Bij type 0 607 950 954|... 955|... 956 tussen de kabelin-
trekbegrenzing
26
en het kabelslot
31
.
– Bij type 0 607 950 957|... 958 tussen de kabelklem
32
en het kabelslot
31
.
Stel de gewenste lengte van de kabel in en pers de persklem
30
vast.
Knip het uitstekende uiteinde van de kabel achter de pers-
klem
30
af.
Instellen van de kabelintrekking
f
Overschrijd niet de maximale kabeluittreklengte (zie
„Technische gegevens”).
Type 0 607 950 950 | ... 951 | ... 952 | ... 953 | ... 954 |
... 955 | ... 956
Bij deze veerbalansen is een begrenzing van de kabelintrek-
king niet mogelijk.
Type 0 607 950 957 | ... 958
Stel eerst de draaglast in (zie „Draaglastinstelling bij de veer-
balansen”, pagina 44).
Draai de schroeven van de kabelklem
32
los.
Stel de kabel
25
op de gewenste lengte in en draai de schroe-
ven van de kabelklem
32
weer vast.
De elastische kabelintrekbegrenzing
26
kan handmatig wor-
den verschoven.
Draaglastinstelling bij de slangbalansen
f
Overschrijd niet de vermelde minimale en maximale
draaglast (zie „Technische gegevens”).
Een overschrij-
ding van het draaglastbereik beschadigt de veer in de be-
huizing.
OBJ_BUCH-1327-002.book Page 43 Thursday, May 12, 2011 2:07 PM