![Bosch 0 607 561 116 Скачать руководство пользователя страница 58](http://html.mh-extra.com/html/bosch/0-607-561-116/0-607-561-116_original-instructions-manual_47732058.webp)
58
| Nederlands
1 609 92A 37W | (9.12.16)
Bosch Power Tools
bel „Technische gegevens” aan. Gebruik voor het instandhou-
den van de volledige capaciteit alleen slangen met een lengte
van maximaal 4 meter.
De toegevoerde perslucht moet vrij van voorwerpen en vocht
zijn om het persluchtgereedschap te beschermen tegen be-
schadiging, vervuiling en roestvorming.
Opmerking:
Het gebruik van een persluchtverzorgingseen-
heid is noodzakelijk. Deze waarborgt een correcte werking
van de persluchtgereedschappen.
Lees de gebruiksaanwijzing van de verzorgingseenheid en
neem deze in acht.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moeten ge-
schikt zijn voor de druk en de vereiste luchthoeveelheid.
Voorkom vernauwingen van de toevoerleidingen, bijvoor-
beeld door afknellen, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchtingang met
een manometer terwijl het persluchtgereedschap ingescha-
keld is.
Aansluiting van de persluchttoevoer op het persluchtge-
reedschap (zie afbeelding B)
– Schroef de slangnippel
8
in het aansluitstuk van de luchtin-
gang
7
.
Ter voorkoming van beschadigingen aan inwendige ven-
tieldelen van het persluchtgereedschap, dient u bij het in-
en uitdraaien van de slangnippel
8
het uitstekende aan-
sluitstuk van de luchtingang
7
met een steeksleutel (sleu-
telwijdte 22 mm) tegen te houden.
– Maak de slangklemmen
14
van de luchttoevoerslang
15
los en maak de luchttoevoerslang op de slangnippel
8
vast
door de slangklem stevig vast te draaien.
Opmerking:
Bevestig de luchttoevoerslang altijd eerst aan
het persluchtgereedschap en vervolgens aan de verzorgings-
eenheid.
Luchtafvoer
Met een luchtafvoer kunt u de af te voeren lucht via een af-
voerslang van uw werkplek wegvoeren en tegelijkertijd een
optimale geluiddemping bereiken. Bovendien verbetert u uw
werkomstandigheden, aangezien uw werkplek niet meer kan
worden vervuild door oliehoudende lucht en er geen stof of
spanen meer kunnen worden opgewerveld.
Decentrale luchtafvoer (0 607 561 116)
(zie afbeelding C)
– Draai de geluiddemper bij de luchtafvoer
9
uit en vervang
deze door een slangnippel
8
.
– Maak de slangklem
14
van de luchtafvoerslang
16
los en
bevestig de luchtafvoerslang op de slangnippel
8
met bui-
tenschroefdraad door de slangklem stevig vast te draaien.
Centrale luchtafvoer (0 607 561 118) (zie afbeelding D)
– Stulp de luchtafvoerslang (centraal)
17
, die de afvoerlucht
van uw werkplek wegvoert, over de luchttoevoerslang
15
.
Sluit vervolgens het persluchtgereedschap weer aan op de
luchttoevoer (zie „Aansluiting op de luchttoevoer”,
pagina 57) en trek de luchtafvoerslang (centraal)
17
over
de gemonteerde luchttoevoerslang aan het einde van het
gereedschap.
Gebruik
Functies
Pendelbeweging instellen (zie afbeelding E)
Dankzij de in vier standen instelbare pendelbeweging kunnen
zaagsnelheid, zaagcapaciteit en zaagbeeld optimaal worden
aangepast aan het te bewerken materiaal.
Met de instelhendel
11
kunt u de pendelbeweging ook terwijl
het elektrische gereedschap loopt instellen.
De optimale pendelbeweging voor de gewenste toepassing
kunt u proefondervindelijk bepalen. Daarbij gelden de volgen-
de adviezen:
– Hoe fijner en schoner de zaagrand moet worden, hoe klei-
ner de pedelbeweging moet worden ingesteld, of deze
moet eventueel helemaal worden uitgeschakeld.
– Schakel bij de bewerking van dunne materialen (bijv. me-
taalplaat) de pendelbeweging uit.
– Werk in harde materialen (bijv. staal) met een kleine pen-
delbeweging.
– In zachte materialen en bij het zagen van hout in de richting
van de nerf kunt u met maximale pendelbeweging werken.
Verstekhoek instellen (zie afbeelding F)
De voetplaat
12
kan voor verstekzaagsneden tot 45° naar
rechts of naar links worden gedraaid.
– Draai de schroef
20
met de inbussleutel
10
los en schuif de
voetplaat
12
lichtjes in richting zaagblad
1
.
– Voor het instellen van nauwkeurige verstekhoeken heeft
de voetplaat rechts en links vastklikpunten bij 0° en 45°.
Draai de voetplaat
12
volgens de schaalverdeling
19
in de
gewenste stand. Andere verstekhoeken kunt u met een
hoekmeter instellen.
– Schuif daarna de voetplaat
12
tot aan de aanslag in de rich-
ting van de motor.
– Draai de schroef
20
weer vast.
Het antisplinterplaatje
27
kan bij het verstekzagen niet wor-
den gebruikt.
Voetplaat verstellen (zie afbeelding G)
Voor het zagen tot aan opstaande randen kunt u de voetplaat
12
naar achteren verplaatsen.
– Draai de schroef
20
met de inbussleutel
10
volledig naar
buiten.
– Til de voetplaat
12
op en verplaats deze zo, dat de schroef
20
in het achterste schroefdraadgat
22
kan worden ge-
draaid.
– Duw de voetplaat
12
tot deze vastklikt in de richting van de
positioneernok
18
. Draai vervolgens de schroef
20
vast.
Zagen met een verplaatste voetplaat
12
is alleen mogelijk met
een verstekhoek van 0°. Bovendien mogen de parallelgelei-
der met de cirkelsnijder
23
(toebehoren) en het antisplinter-
plaatje
27
niet worden gebruikt.
Stand
0
geen pendelbeweging
Stand
I
kleine pendelbeweging
Stand
II
gemiddelde pendelbeweging
Stand
III
grote pendelbeweging
OBJ_BUCH-2096-002.book Page 58 Friday, December 9, 2016 1:49 PM