56
| Nederlands
1 609 92A 37V | (21.9.16)
Bosch Power Tools
Extra handgreep
0 607 460 001
– Steek de extra handgreep
9
op het inspanbereik
8
.
U kunt de extra handgreep
9
naar wens draaien voor een vei-
lige houding tijdens de werkzaamheden zonder vermoeid-
heid.
– Draai de vleugelschroef voor de verstelling van de extra
handgreep tegen de wijzers van de klok en draai de extra
handgreep
9
in de gewenste stand. Draai vervolgens de
vleugelschroef met de wijzers van de klok weer vast.
Inspanvoorziening
0 607 460 401/... 400
– In het aangegeven inspanbereik
8
kunt u het persluchtge-
reedschap in een inspanvoorziening bevestigen. Maak in-
dien mogelijk gebruik van het hele inspanbereik. Hoe ge-
ringer het inspanbereik, hoe sterker de werking van de
spankrachten.
Luchtafvoer
Met een luchtafvoer kunt u de af te voeren lucht via een af-
voerslang van uw werkplek wegvoeren en tegelijkertijd een
optimale geluiddemping bereiken. Bovendien verbetert u uw
werkomstandigheden, aangezien uw werkplek niet meer kan
worden vervuild door oliehoudende lucht en er geen stof of
spanen meer kunnen worden opgewerveld.
Centrale luchtafvoer (zie afbeelding A)
0 607 460 001
– Maak de slangklem
14
van de luchttoevoerslang
13
los en
bevestig de luchttoevoerslang op de slangnippel
5
met bui-
tenschroefdraad door de slangklem stevig vast te draaien.
– Stulp de luchtafvoerslang (centraal)
15
, die de afvoerlucht
van uw werkplek wegvoert, over de luchttoevoerslang
13
.
Sluit vervolgens het persluchtgereedschap weer aan op de
luchttoevoer (zie „Aansluiting op de luchttoevoer”,
pagina 56) en trek de luchtafvoerslang (centraal)
15
over
de gemonteerde luchttoevoerslang aan het einde van het
gereedschap.
Aansluiting op de luchttoevoer (zie afbeelding B)
Let erop dat de luchtdruk niet lager dan 6,3 bar (91 psi)
is, omdat het persluchtgereedschap voor deze werk-
druk ontworpen is.
Houd voor een maximale capaciteit de waarden voor de in-
wendige slangdiameter en de aansluitschroefdraad in de ta-
bel „Technische gegevens” aan. Gebruik voor het instandhou-
den van de volledige capaciteit alleen slangen met een lengte
van maximaal 4 meter.
De toegevoerde perslucht moet vrij van voorwerpen en vocht
zijn om het persluchtgereedschap te beschermen tegen be-
schadiging, vervuiling en roestvorming.
Opmerking:
Het gebruik van een persluchtverzorgingseen-
heid is noodzakelijk. Deze waarborgt een correcte werking
van de persluchtgereedschappen.
Lees de gebruiksaanwijzing van de verzorgingseenheid en
neem deze in acht.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moeten ge-
schikt zijn voor de druk en de vereiste luchthoeveelheid.
Voorkom vernauwingen van de toevoerleidingen, bijvoor-
beeld door afknellen, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchtingang met
een manometer terwijl het persluchtgereedschap ingescha-
keld is.
Aansluiting van de persluchttoevoer op het persluchtge-
reedschap
– Schroef de slangnippel
5
in het aansluitstuk van de luchtin-
gang
6
.
Ter voorkoming van beschadigingen aan inwendige ven-
tieldelen van het persluchtgereedschap, dient u bij het in-
en uitdraaien van de slangnippel
5
het uitstekende aan-
sluitstuk van de luchtingang
6
met een steeksleutel (sleu-
telwijdte 22 mm) tegen te houden.
– Maak de slangklemmen
14
van de luchttoevoerslang
13
los en maak de luchttoevoerslang op de slangnippel
5
vast
door de slangklem stevig vast te draaien.
Opmerking:
Bevestig de luchttoevoerslang altijd eerst aan
het persluchtgereedschap en vervolgens aan de verzorgings-
eenheid.
Inzetgereedschap wisselen (zie afbeelding C)
– Steek het inzetgereedschap in de gereedschapsopname
1
tot het hoorbaar vastklikt.
Gebruik
Ingebruikneming
Het persluchtgereedschap werkt optimaal bij een werkdruk
van 6,3 bar (91 psi), gemeten aan de luchtinlaat bij ingescha-
keld persluchtgereedschap.
Draairichting instellen
0 607 460 001
(zie afbeelding D)
–
Rechtsdraaien:
De draairichtingomschakelaar
3
wordt
niet ingedrukt.
–
Linksdraaien:
Druk de draairichtingomschakelaar
3
in.
Draai de draairichtingomschakelaar
3
om de stand te ver-
grendelen.
0 607 460 400/... 401
(zie afbeelding E)
–
Rechtsdraaien:
Duw de draairichtingomschakelaar
3
tot
aan de aanslag naar rechts.
–
Linksdraaien:
Duw de draairichtingomschakelaar
3
tot
aan de aanslag naar links.
Draaimoment instellen (zie afbeelding F)
0 607 460 001/ ... 401
Bij grote draaimomenten is een overeenkomstig grote
tegenhoudkracht nodig.
– Draai de draaimomenthuls
2
tot het gewenste draaimo-
ment ingesteld is.
De draaimomenthuls
2
klikt elke kwartdraai vast.
OBJ_BUCH-2098-002.book Page 56 Wednesday, September 21, 2016 9:50 AM