33
Angelsaksische
notenschrift
Latijnse notenschrift
Duitse notenschrift
Meer bepaald ziet u boven de cijfers, binnen de grijze
band, een sequentie van afwisselend zwarte en grijze
streepjes staan. De afstand tussen een zwart streepje en
de volgende geeft de muzikale tijdseenheid weer, die
“slag” wordt genoemd: dit komt overeen met de ver-
plaatsing van de naald van dl metronoom van het ene
uiteinde naar het andere. Elke zwart of grijs streepje
stelt een halve “slag” voor.
Onder deze band staan de aanduidingen (vierkante
blokjes met letters erin) voor het gebruik van uw lin-
kerhand, die de akkoorden van de begeleiding uitvoert.
Klassiek
schrift
Schrift
volgens
Begeleiding met
de linkerhand
Lijn die op de duur van het akkoord duidt
Nummers van de toetsen voor de
melodie met de rechterhand
MARY HAD A LITTLE LAMB
SONG
59
Akkoorden
E A S Y C H O R D
F
C
C L A S S I C C H O R D
F
C
Mar _ y
had
a
lit
_ tle
lamb
5
5
4
6
6
6
6
F
A
A
A
F
G
G
A
SOUND
39 HARMONICA
STYLE
16 POPS
TEMPO
16
Onder de grijze band staan alle muzikale notaties van
de melodie aan de hand van het klassieke schrift.
Klassiek
schrift
Schrift
volgens
Begeleiding met
de linkerhand
Lijn die op de duur van het akkoord duidt
Nummers van de toetsen voor de
melodie met de rechterhand
MARY HAD A LITTLE LAMB
SONG
59
Akkoorden
E A S Y C H O R D
F
C
C L A S S I C C H O R D
F
C
Mar _ y
had
a
lit
_ tle
lamb
5
5
4
6
6
6
6
F
A
A
A
F
G
G
A
SOUND
39 HARMONICA
STYLE
16 POPS
TEMPO
16
NOTENBALKSTRIP
Breng de meegeleverde notenbalkstrip t op het toetsen-
bord en op de notenbalk aan om de noten te herkennen.
De naam van de noten is aangegeven in de internationale
aanduiding van muzieknoten
HOE HET STUK IN DE VEREENVOUDIGDE
MODUS UIT TE VOEREN
DE MELODIE
De cijfers van 1 tot 15
geven de toetsen aan die u moet
bespelen om de melodie uit te voeren, aan de hand van
de vereenvoudigde muziekpartituren op het einde van
deze handleiding.
Op de grijze band van de methode komt elke noot ove-
reen met een cijfer.
Om de melodie uit te voeren, leest u de numerieke
sequentie in de grijze band en drukt u de witte toetsen
een voor een in die overeenkomen met de cijfers aange-
geven boven de keyboard. De zwarte toetsen komen
overeen met de cijfers van de grijze band gevolgd door
het “
+
” teken. Bijvoorbeeld: het symbool
1+
komt overe-
en met de zwarte toets na de witte toets 1.
Nu u weet welke toets er met elke noot overeenstemt,
kunt u proberen om de melodie te spelen volgens de
cijfers op de grijze band.
DE AKKOORDEN
De letters links op de notenbalkstrip geven de naam aan
van de noten om een akkoord te componeren in modus
EASY CHORD (van DO1 tot FA#1) en CLASSIC CHORD (van
DO1 tot FA#1) (zie betreffende paragraaf).
Om de begeleiding uit te voeren, drukt u in de modus EASY
CHORD of in de modus CLASSIC CHORD op elk akkoord,
gedurende de tijd aangegeven door de lijn naast de letter
die het akkoord voorstelt, tot u het volgende akkoord
tegenkomt.
SYMBOLEN VOOR DE NOOT LENGTE
Met verwijzing naar de tik-tak van een metronoom, wordt elke noot en elke pauze uitgevoerd gedurende een min-
der of langere tijd, zoals in de tabel aangegeven.
HELE NOOT
HALVE NOOT
KWART NOOT
ACHTSTE NOOT
NOOT MET PUNT VERBINDINGSBOOGJE
Een-en-twee-en-drie-en-vier-en
Een-en-twee-en-drie-en
Een-en-twee-en-drie-en
Een-en-twee-en
Een-en
Een
N E D E R L A N D S