www.auga.nl
7
Bij werkzaamheden aan de UV-c altijd de stekker van de UV-c en op de
UV-c aangesloten pomp uit de contactdoos nemen, zodat de
stroomtoevoer naar de UV-c en pomp verbroken is.
De UV-c mag uitsluitend ingeschakeld zijn, wanneer deze geheel gevuld
is met water en er voldoende water door de UV-c stroomt.
Belangrijk:
Als personen zich in het water bevinden, mogen de UV-c
lamp en andere elektrische apparaten uitsluitend in werking zijn, als
het gehele technische systeem is gebouwd volgens de voorschriften van
een zwemvijver.
Dompel de UV-c nooit in water en bescherm tegen overstromen van de
UV-c. De UV-c heeft een beschermingsklasse IPX4.
Er mogen alleen pompen aangesloten worden met een max. druk van 10
meter (1 Bar).
Bescherm UV-c lamp tegen sterke zoninstraling.
De UV-c unit is uitsluitend geschikt voor zoet water, zonder chemische
toevoegingen en met een min. temperatuur van 0°C en een max.
temperatuur van 35°C.
Plaats de UV-c unit met geïntegreerde ballast op een onbrandbare,
stevige ondergrond en in een goed geventileerde ruimte. Voorkom
oververhitting van de ballast en lamp.
Ingebruikname van de UV-c
(afbeelding 1 t/m 7):
Belangrijk! De UV-c lamp mag niet drooglopen. Schade aan de UV-c is
hierdoor niet uit te sluiten.
Er mogen alleen pompen aangesloten worden met een max. druk van 10
meter (1 Bar).
Bevestig de UV-C unit zo dat deze niet kan overstromen. Gebruik de
voet met ballast (11) en bij de VarioClean Pro 75 ook de voeten (23) om
de UV-c te bevestigen.
Maak uw keuze aan welke zijde het water in en uit de UV-c moet
stromen. Met de kappen (8) en aansluitstukken (6, 19, 20 en 21) met de
wartels (7) kan men een keuze maken. Gebruik de grote platte
afdichting (5) om de kap (8), grote transparante aansluiting (20) of de
zwarte draadflens (6) op de in- en uitgang (12) waterdicht te monteren.
De in- en uitgang (12) van de UV-c unit kunnen 360° gedraaid worden,
door de klemwartels (26) van de RVS buis (27) los te draaien. Draai de
klemwartels (26) weer met de hand stevig vast na het instellen.
Verbind de transparante aansluitstukken (20 en 21) of zwarte draad (6)
en slangaansluitingen (19) van de UV-C waterdicht met uw filtersysteem
en pomp.
De transparante aansluitingen (20 en 21) kunnen met PVC
leidingen verlijmd worden. Kies de passende Ø aansluiting.
Op de kleine transparante aansluiting (21) kan ook een
draadkoppeling worden aangesloten. D.m.v. de meegeleverde
afdichting kan deze waterdicht worden gemonteerd.
Op de zwarte draadflens (6) kan met de meegeleverde
afdichting een draadkoppeling worden aangesloten.
De slangtule (19) kan doormiddel van de meegeleverde kleine
platte afdichting (18), waterdicht worden gemonteerd op de
draadflens (6). Zaag de slangtule (19) af voor de juiste
diameter slang.
Nederlands