Nederlands
Beknopte handleiding
Systeemtelefoon
COMfortel
1600
De menu's volgen
Tik
op de symbolen en menunamen in het display om de
getoonde functies uit te voeren.
De teksten en de symbolen in het display veranderen bij een
actie en geven de functies aan, die mogelijk zijn in de huidige toe-
stand.
Bladeren
/
Tik
op
/
om door het menu te bladeren. Tijdens een oproep/
gesprek wordt de gekozen functie in de onderste displayregel
getoond.
Menu openen
Tik
op of de menunaam om het menu te openen.
Terug
Tik
op
om terug te keren naar het voorgaande menuniveau.
Wijzigen
/
Tik
op of de menunaam om de instelling te veranderen
(slechts één keuze mogelijk, markeert de actuele instelling).
/
Tik
op
/
of de menunaam voor het activeren/deactiveren
van de keuze (meerdere mogelijk).
Tik
op
of de menunaam om de keuze te veranderen (de tekst
daarachter toont de huidige keuze).
Bevestigen
Tik
op
voor het overnemen van de uitgevoerde instellingen
of om tijdens een oproep/gesprek de functie, die in de onderste
displayregel wordt getoond, uit te voeren.
Wisselen
/
Tik
tijdens een overleggesprek op om te wisselen tussen de
actieve gesprekpartners ( markeert de actieve gesprekspart-
ner).
Telefoonnummer
onderdrukken
/
Tik
op
om de telefoonnummeronderdrukking in te schakelen
(weergave toont
). Tik op
om de telefoonnummeronder-
drukking uit te schakelen.
Functies en
telefoonnummers
opslaan
De
Functietoetsen
naast de tekstplaat zijn programmeerbare
toetsen bijvoorbeeld voor sneltoetsen of voor de bediening van
telefoonfuncties. Met elke toets heeft u de beschikking over twee
niveaus die kunnen worden bezet met een functie.
De LED toont de status van de functie van het eerste niveau.
Om de functie op het eerste niveau uit te voeren, drukt u eenmaal
op de toets. Om de functie op het tweede niveau uit te voeren
drukt u tweemaal op de toets (dubbelklik) of u drukt op de Shift-
toets (met de functie “Shift” bezette toets) en daarna eenmaal op
de betreffende toets.
Wanneer u bij gebruik van systeemtelefoons sneltoetsen voor de
interne deelnemers aan de telefooncentrale instelt, geven de bij-
behorende LED's informatie over de bezet- of activiteitstoestand
van de betreffende deelnemer. Bovendien kunt u de functies
Pick-up en overleg met deze toetsen bijzonder comfortabel uit-
voeren.
1e Pick-up voor de opgeslagen deelnemer: Wanneer de LED
rood knippert, sneltoets indrukken.
2e Overleg met de opgeslagen deelnemer: Tijdens gesprek snel-
toets indrukken.
Sneltoetsen instellen
1.
Druk op de
Menutoets
.
2.
Tik op
Toets definiëren
.
3.
Druk op een
Functietoets
.
4.
Tik op
Eerste niveau
.
5.
Tik op
Verkort kiezen
.
6.
Tik op
Telefoonnummer
en voer het telefoonnummer in.
7.
Tik op
.
8.
Tik op
Naam
en voer een naam in.
9.
Tik tweemaal op
.
Functies bewerken
1.
Druk op de
Menutoets
.
2.
Tik op
Functies
.
3.
Tik op de gewenste functie.
Instellingen bewerken
1.
Druk op de
Menutoets
.
2.
Tik op
Instellingen
.
3.
Tik op de gewenste instelling.
V03
01/
2
01
7