22
23
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat
betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk
geval de volgende punten:
STORINGEN
Dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling
de kookplaat direct na gebruik schoon te maken. Voor de dagelijkse
reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige
doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak
lastig te verwijderen.
Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar in de handel.
Overgekookte voedselresten verwijderen met een glasschraper. Ook
gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
Nooit gebruiken
Schuurmiddelen mag u nooit gebruiken. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
ONDERHOUD
algemeen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Bij het in werking stellen verschijnt
er tekst in de displays.
Normale werking.
NIETS: zie hoofdstuk “inbouwen” bij het
installatievoorschrift.
Bij het inschakelen van de kookplaat
slaat de zekering van uw installatie
door.
Verkeerde aansluiting van de kookplaat.
Controleer de elektrische aansluiting.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat.
Dit is normaal.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op het display.
Geen stroomtoevoer door defecte voeding of
foutieve aansluiting.
Controleer de zekering of de elektrische
veiligheidsschakelaar (bij een toestel
zonder stekker).
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft het display
knipperen.
De gebruikte kookpan is niet geschikt voor
koken op inductie of heeft een diameter die
kleiner is dan 12 cm.
Zie hoofdstuk “Comfortabel koken”.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de doorstroming
van de energie van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit normaal bij
bepaalde types van kookpannen. Dit is
niet schadelijk voor de pannen of de
kookplaat.
De kookplaat geeft bij de eerste
kookbeurten een lichte geur af.
Normaal voor een nieuw apparaat.
Dit verdwijnt na enkele keren koken.
U hoort een licht tikkend geluid op
uw kookplaat.
Dit wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de voorste en
achterste zone. Ook bij lage kookstanden kan
een zacht tikkend geluid optreden.
Dit is normaal.
Een kookzone stopt plotseling met
de werking en u hoort een pieptoon.
De tijd van de schakelklok is voorbij.
Schakel de pieptoon uit met de + of -
toets van de timer.
Foutcode F00...F08
Een toets wordt te lang bediend of er ligt een
voorwerp of water op de toets.
Voorwerp verwijderen. Kookplaat
opnieuw inschakelen.
Foutcode FA
De kookplaat is verkeerd aangesloten of de
netspanning is te laag.
Aansluiting controleren. Neem contact
op met uw energieleverancier als het
probleem blijft bestaan.
Foutcode F0...F6
Generator defect.
Neem contact op met de
serviceorganisatie.
Foutcode F8
Kookplaat oververhit.
De kookplaat is uitgeschakeld door
oververhitting. Laat de kookplaat
afkoelen en gebruik een lagere kookstand.
Foutcode F9
De kookplaat is verkeerd aangesloten of de
netspanning is te hoog.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Foutcode F99
U hebt 2 of meerdere toetsen tegelijk
bediend.
Bedien niet meer dan 1 toets tegelijk.
Continu pieptoon
De kookplaat is verkeerd aangesloten of de
netspanning is te hoog.
Laat uw aansluiting wijzigen.
tabel