23
Voor de gebruiker
Model
Nominale spanning
Schakelvermogen
Besturingsvermogen ventilator
RTi 101 EP
1/N/PE ~ 50 Hz 230 V
16 A met aanvullende verwarming
100 VA
2. Montagehandleiding
De inbouw van de thermostaat moet worden uitgevoerd door een daartoe bevoegde vakman
met inachtneming van de gebruiks- en montagehandleiding van zowel de thermostaat als de
warmteaccumulator.
Alle elektrische aansluit- en installatiewerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd conform de
VDE-bepalingen 0100, de voorschriften van de verantwoordelijke elektriciteitsbedrijven en de
betreffende nationale en regionale voorschriften.
2.1 Technische specificaties
2.2 Verpakkingseenheid
1 Thermostaat met 4 afstandhouders en
- regelaar (potmeter) met verbindingsleiding
– 6-polige stekkerverbinding met kabelboom
1 AAN/UIT-schakelaar met 2 draden (lengte 500 mm)
1 Temperatuurkeuzeschakelaar
1 Gebruiks- en montagehandleiding
1 Aparte dubbele draad (lengte 500/650 mm)*
1 Aparte schakeldraad met verdeler (lengte 150 mm)*
1 Schakelschemasticker
1 Bedieningspaneelsticker
2 Kabelhouders
2 Kabelbinders
* alleen nodig bij een verbinding met ZH 1004 tot ZH 1017
2.3 Montage
Voor het begin van de werkzaamheden de warmteaccumulator spanningsvrij maken.
Bij het aansluiten van de warmteaccumulator op een automatische oplaadbesturing kan er ook
spanning op de klemmen A1/Z1 - A2/Z2 staan wanneer de zekeringen zijn verwijderd.
Bij de opstelling van meerdere warmteaccumulatoren naast elkaar moet erop worden gelet dat de
thermostaat in het apparaat rechtsbuiten wordt geïnstalleerd. Hiermee wordt gegarandeerd dat de
kamertemperatuur perfect kan worden geregistreerd.
2.3.1 Inbouwvolgorde
•
Verwijder het luchtin- en uitlaatrooster en de voorwand en rechter zijwand zoals in de gebruiks-
en montagehandleiding van de warmteaccumulator is beschreven.
•
Druk de blinde doppen (1) voor schakelaar en temperatuurkeuzeschakelaar met hulpmiddelen
vanuit de schakelkamer uit het bedieningspaneel linksboven en onder (afb. 1).
•
Montage van de AAN/UIT-schakelaar:
Beide draden door de uitsparing in het hoekprofiel steken en met de houder op het hoekprofiel
(4) vergrendelen (afb. 2).
Druk de aan-/uitschakelaar (2) met het symbool "I" rechts in de houder. Steek de draden van
achteren naar voren door de ovale opening van de bevestigingsplaat, waarop de bussenklemstrip
zit, en klem de in het midden van de schakelaar geplaatste draad op de bovenste klemstrip X2
(LE'), alsmede de aan de buitenkant geplaatste draad op de onderste klemstrip X1 (L) (zie pagina
29 in het schakelschema).
•
Bevestig de potmeter (5) met ingestoken 3-polige aansluitleiding vanuit de schakelruimte met
een bout 4 x 10 mm op de bevestigingsplaat (4). Daarbij moet erop worden gelet dat de as van
de potmeter helemaal naar links is gedraaid (tegen de wijzers van de klok in) en de platte kant
van de as naar rechts wijst (afb. 3).
•
3-polige aansluitleiding van de potmeter achter de bevestigingsplaat langs naar de stekkerplaats
van de ontlaadregelaar leggen. Trek hiervoor de 3-polige aansluiting uit de potmeter, verleg de
kabel en steek de 3-polige aansluiting er weer in.
Nederlands