22
Voor de installateur
1. Gebruiksaanwijzing
RTi 101 EP
Bij de thermostaat RTi 101 EP gaat het om een elektronische proportionele regelaar, d.w.z. dat het
toerental van de ventilatormotoren van de warmteaccumulatoren door de Rti 101 EP traploos aan
de warmtebehoefte wordt aangepast.
Hierbij wordt het toerental van de ventilatormotoren afhankelijk van het verschil tussen de tempe-
ratuur in de ruimte (werkelijke temperatuur) en de op de keuzeschakelaar ingestelde temperatuur
(ingestelde temperatuur) geregeld. Hoe kleiner het verschil, hoe lager het toerental van de
ventilatormotoren.
Wanneer de warmteaccumulator echter met een aanvullende verwarming werkt, dan schakelt de
RTi 101 EP tijdens het inschakelen van de aanvullende verwarming (B) automatisch over naar een
2-punts regeling, d.w.z. dat de ventilatormotoren bij de behoefte aan warmte op het maximale
toerental draaien.
Wanneer de aanvullende verwarming (B) met de schakelaar op het bedieningspaneel is uitgescha-
keld, werkt de RTi 101 EP weer als een proportionele regelaar.
1.1 Werkwijze
De thermostaat wordt m.b.v. de AAN/UIT-schakelaar (C) op het bedieningspaneel van de
warmteaccumulator aan- en uitgeschakeld.
De gewenste kamertemperatuur kan traploos worden ingesteld m.b.v. de keuzeschakelaar (D).
Wanneer de keuzeschakelaar (D) in de middelste stand staat, wordt de kamertemperatuur constant
op ca. 20 °C gehouden. Door de keuzeschakelaar naar links of rechts te draaien kan de kamertem-
peratuur tussen de ca. 5 °C tot 35 °C worden ingesteld.
Wanneer de kamertemperatuur daalt tot onder de ingestelde waarde schakelt de ontladingsregel-
aar automatisch de ventilatormotoren van de warmteaccumulator in, zodat de opgeslagen warmte
de ruimte in wordt geblazen.
Op zeer koude dagen wordt het aanbevolen de thermostaat bij afwezigheid meerdere dagen inge-
schakeld te laten, om de kamertemperatuur op bijv. ca. 10 °C te houden, zodat het gebouw c.q. de
ruimte niet afkoelt (bescherming tegen bevriezing).
A
D
B
C