118
OPMERKING
Als de codelengte van vier cijfers naar zes cijfers gewijzigd wordt, dan
worden op het einde van uw huidige programmeercode de cijfers „00”
toegevoegd.
1. Geef uw programmeercode (voorinstellingen: 1234) in. Op het
display wordt nu het volgende weergegeven:
READY
2. Druk
op
. Het display toont:
C,TYPE-
3. Druk
op
en u krijgt de volgende indicatie:
4, CODE
4. Door op de toets
kan u de codelengte wijzigen.
6, CODE
5. Om te bevestigen van de selectie drukt u op
.
6. Om te beëindigen van de invoer drukt u op
.
10.6 Uitgang
In dit menupunt kan u aan de transistoruitgang een reactietype
toewijzen. De transistoruitgang schakelt bij één van de volgende
toestanden:
-
ACTIVE: aansturing van een ingang.
- SUCCESS:
overdracht
en bevestiging van een
noodoproep.
-
FAILED: mislukte overdracht van een noodoproep.
-
OFF: uitgang wordt niet gebruikt.
1. Geef uw programmeercode (voorinstellingen: 1234) in. Op het
display wordt nu het volgende weergegeven:
READY