![ABB CLMD Скачать руководство пользователя страница 11](http://html.mh-extra.com/html/abb/clmd/clmd_instruction-manual_3045357011.webp)
11
Soms is gedwongen koeling met een ventilator nodig (fig.
6). Volg de hierna vermelde aanbevelingen op:
• hou rekening met de hoogste omgevingstemperatuur op
de plaats van installatie met inbegrip van de warmte-af-
gifte van de condensatorbank zelf;
• hou rekening met de warmte-afgifte van alle compo-
nenten en apparatuur in de kast: spoelen, condensa-
toren, magneetschakelaars, zekeringen, ...
• hou rekening met de hoogst toegelaten temperatuur van
alle componenten en apparatuur;
• richt de luchtstroom afhankelijk van de plaats van de con-
densatoren (fig. 6).
3. een overtemperatuurbeveiliging wordt aanbevolen te-
neinde de bank uit te schakelen bij een defecte ventilator of
in geval van oververhitting door een andere oorzaak.
4. regelmatig onderhoud en reiniging van gebeurlijke filters
is noodzakelijk. Zonder regelmatige reiniging kan de koe-
ling in het gedrang komen.
Samenbouw van CLMD13-eenheden tot groepen
Om een groep van CLMD13-condensatoren (ten hoogste 4
stuks) te vormen, gaat men als volgt te werk:
1. CLMD13-eenheden worden geleverd met gemonteerd be-
schermingsdeksel. Verwijder het (door 4 schroeven los e
draaien) vooraleer de eenheden samen te bouwen
2. Plaats de CLMD13-eenheden naast elkaar op een vlak en
stevig geperforeerd oppervlak (of steunprofielen). Gelieve
te noteren dat de stand van de CLMD13 gemerkt is met de
letter “U” nabij de aansluitklemmen en met een pijl op het
beschermingsdeksel. De “U” en de pijl moeten overeen-
stemmen. Zorg ervoor dat alle CLMD13 van eenzelfde groep
dezelfde oriëntatie hebben (Fig. 7).
3. Lijn ze goed uit t.h.v. hun zwarte klemmenplaten (Fig. 8)
4. Schuif de verbindingsrails (als optie verkrijgbaar) tussen
de resp. aansluitklemmen en bevestig ze met de meege-
leverde moeren met een aanspanmoment van 3 Nm (aan-
bevolen oment voor M6 volgens DIN 46-200) (Fig. 9).
5. Om de beschermingsgraad te behouden dienen de no-
dige uitbreekopeningen uit het beschermingsdeksel ge-
haald te worden voor de verbindingsrails; daarna dienen de
beschermingsdeksels teruggeplaatst te worden op de con-
densatoreenheden.
Bevestiging van CLMD13-eenheden (Fig. 10)
Bevestig elke CLMD-condensatoreenheid d.m.v. geschikte
moeren en bouten (niet meegeleverd) t.h.v. de beves-
tigingsgleuven. Voor CLMD33 /33S dienen tenminste 4 bev-
estigingsgaten gebruikt te worden. Vergewis U van voldo-
ende stevigheid van de steunen en van de schroeven om het
gewicht van de CLMD-condensator(en) te kunnen dragen.
Elektrische aansluiting
Vermogenaansluiting
Kabels dienen berekend te worden voor tenminste 1,5 maal
de nominale condensatorstroom.
Geschikte kabelschoenen (kabelhulzen voor het type
CLMD33 /33S) moeten gebruikt worden volgens de regels
van goed vakmanschap voor elektrische installaties. Voor
een goede elektrische verbinding dienen de bouten aanget-
rokken te worden met een moment van:
3Nm
Ò
M6
6Nm
Ò
M8
10Nm
Ò
M10
15Nm
Ò
M12
(aanbevolen moment voor volgens DIN 46-200), zonder de
kabel te beschadigen (niet toepasselijk voor het type
CLMD33 / 33S). Vergewis U ervan dat alle verbindingen
aangespannen zijn en dat de kabels door de gepaste open-
ing en geschikte kabeldoorvoering gevoerd worden.
WAARSCHUWING!
De vermogenkabels moeten bevestigd
worden aan de zijde van de klemmen waar de ontlaadweer-
stand NIET is bevestigd (zoals getoond in fig. 11). Bevestig-
ing aan de zijde van de ontlaadweerstand kan de kabels be-
schadigen door de hoge temperaturen die aan de
buitenzijde van de weerstanden kunnen optreden.
Aarding
CLMD43-45, 53, 63-65, 83-85 hebben een M8-klem onder
het deksel voor de aardaansluiting. Gebruik passende ka-
belschoenen en pas een aanspanmoment toe van 6 Nm voor
een goede verbinding. Voor andere CLMD-types gebeurt de
aardingsverbinding op aansluitpunten op de behuizing op.
Harmonischen
Installatie van condensatoren op netten die vervuild zijn
door harmonischen kan bijzondere maatregelen vereisen,
vooral indien er een risico op resonantieverschijnselen
bestaat.
Inbedrijfname
Doe volgende controles bij uitgeschakelde condensator:
• deugdelijk aangesloten kabelverbindingen;
• afdoende ventilatie in de omgeving;
• juist aangespannen aansluitingen.
Opties
(als OPTIE verkrijgbaar en voor CLMD13 alleen)
Verbindingsrails
De verbindingsrails laten toe om een groep samen te stellen
van parallelgeschakelde CLMD13-condensatoreenheden.
Men behoeft één kit van 3 verbindingsrails voor een groep
van 2 CLMD13-condensatoreenheden.
Voor installatie wordt verwezen naar de paragraaf m.b.t. de
samenbouw van een CLMD13-groep.
Onderhoud
1. Zorg ervoor dat alle veiligheidsrichtlijnen volledig zijn op-
gevolgd (zie de paragraaf over Veiligheid);
2. Jaarlijks onderhoud houdt het volgende in:
• Verwijdering van stof, reiniging van alle delen;
• Nazicht van de aanspanning van alle elektrische
verbindingen;
• Controle van de omgevingstemperatuur;
• Controle van de weerstanden en andere ontladingssyste-
men.
Alle voorzorgen werden genomen om de juistheid van de in deze uitgave
verstrekte informatie te verzekeren, maar er kan geen verantwoordeli-
jkheid aanvaard worden voor enige onjuistheid. Wij behouden ons het
recht voor om de verstrekte gegevens op elk ogenblik te wijzigen in het
kader van technische of andere ontwikkelingen. Technische specificat-
ies zijn uitsluitend geldig onder normale werkingsvoorwaarden. Wij
aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid voor oneigenlijk gebruik
van dit product en kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor
rechtstreekse- of gevolgschade.
nl