
WAARSCHUWING.
Als de verbinding van de opstartkit met
de katheter niet op juiste wijze wordt gemaakt, kan dit leiden tot
een defecte katheter.
WAARSCHUWING.
Gebruik de IN- en OUT-lueraansluitingen
NIET als infuuspoorten van een standaard centrale lijn. Ze zijn
uitsluitend bestemd voor aansluiting op de Coolgard 3000- of
Thermogard XP-console.
De IN- en OUT-luerconnectors van de opstartkit zijn uitsluitend
bestemd voor aansluiting op de IN- en OUT-luerconnectors van
de katheter. Ze hebben speciale aansluitingen van ZOLL en zijn
oranje van kleur voor een gemakkelijke identificatie.
Let op.
Plaats geen extra plugkraantjes in de lijn die per
ongeluk kunnen worden gesloten. Dit kan tot een verstopte lijn
en een mogelijk defect leiden.
De katheter verwijderen
1.
Stop met het pompen van fysiologische zoutoplossing door
de katheter.
2.
Koppel de opstartkit los van de katheter.
Verwijder de doppen
van de IN- en OUT-luerconnectors van de katheter of
plaats er geen dop op.
Hierdoor kan resterende fysiologische
zoutoplossing uit het circuit worden verdreven. Terwijl de
katheter wordt teruggetrokken, comprimeren de ballonnen.
De fysiologische zoutoplossing in de ballonnen moet vrij uit
de ballon kunnen stromen; anders loopt de ballon niet leeg
waardoor de katheter moeilijk te verwijderen is.
3.
Als optie bevestigt u een spuit van 20 ml of 25 ml aan de
IN-luerconnector van de katheter. Trek een vacuüm en houd
het gedurende 15 seconden aan om resterende fysiologische
zoutoplossing uit de katheterballon te verwijderen alvorens de
katheter te verwijderen.
Opmerking.
Voor het gemak is er een spuit van 20 ml of 25 ml
in de verpakking met de opstartkit meegeleverd. Hang deze
aan de haak voor fysiologische zoutoplossing op de console
totdat u klaar bent om hem te gebruiken. Werp de spuit weg
na elke patiënt.
4.
Plaats de patiënt in rugligging. Verwijder het verband. Verwijder
de hechtingen van de hechtplaats.
WAARSCHUWING.
Plaats geen luerdop op de OUT-
luerconnector.
5.
Verwijder de katheter langzaam uit de patiënt. Terwijl de
katheter uit de insteekplaats naar buiten komt, oefent u druk
uit met een niet-luchtdoorlatend verband (bijv. vaselinegaas).
WAARSCHUWING.
Beweeg de katheter niet tegen weerstand in.
Verifieer dat er GEEN doppen op de IN- en OUT-luerconnectors
van het koelcircuit zitten. Als er doppen op zitten, verwijdert
u deze, laat u de ballon leeglopen en probeert u de katheter
opnieuw te verwijderen. Als er nog steeds weerstand wordt
ondervonden, moet een röntgenfoto worden gemaakt om de
oorzaak van de weerstand te vinden.
Veiligheidsinformatie over MRI
•
De katheter moet zijn losgekoppeld van de console
•
Sterkte van statisch magnetisch veld van 1,5 tesla of 3 tesla
•
Veld met maximale ruimtelijke gradiënt van 720 gauss/cm
(7,2 tesla/m)
•
Maximale, door het MR-systeem gemelde, over het gehele
lichaam gemiddelde, specifieke absorptiewaarde (SAR) van
2 W/kg (normale bedrijfsmodus)
Onder de hierboven vermelde voorwaarden brengt de katheter naar
verwachting een maximale temperatuurstijging van minder dan 2 °C
na 15 minuten ononderbroken scannen teweeg.
WAARSCHUWING.
De ZOLL Coolgard 3000- en Thermogard XP-
consoles zijn MR-onveilig. Gebruik ze niet in de MR-kamer.
MRI-artefacten
De aanwezigheid van de katheter kan matige artefacten op het MRI-
beeld veroorzaken, afhankelijk van de pulssequentieparameters die
voor de MRI worden gebruikt. De artefacten zijn echter beperkt tot
de plaats van de katheter en hebben daarom geen effect op het
diagnostische gebruik van MRI-beeldvorming bij MRI-onderzoeken
van alleen het hoofd.
Gebruiksaanwijzing voor
voerdraden
Opmerking.
Deze informatie is alleen van toepassing op het gebruik
van voerdraden waarbij de seldingertechniek voor het plaatsen van
katheters in het vaatstelsel wordt toegepast.
Waarschuwingen
De meegeleverde voerdraad is uitsluitend bestemd voor eenmalig
gebruik. Niet opnieuw steriliseren of opnieuw gebruiken. Niet opnieuw
inbrengen na verwijdering uit de patiënt.
Als bij het inbrengen of terugtrekken weerstand wordt ondervonden,
mag de voerdraad niet meer worden voortbewogen. Bepaal de
oorzaak onder doorlichting en neem zo nodig maatregelen.
Wees uiterst voorzichtig bij het voortbewegen van een voerdraad
door een stent. Gebruik van een voerdraad in gestente vaten vormt
een extra risico voor de patiënt.
Aandachtspunten
Trek de voerdraad niet terug door metalen naalden; de voerdraad
kan afknappen.
Wegens de gevoelige en kwetsbare aard van voerdraden moet
extra zorg worden besteed bij het hanteren ervan. Voorkom buigen
en knikken. Gebruik geen beschadigde voerdraden.
Tijdens het bewaren of tijdens procedures moet worden voorkomen
dat de voerdraad wordt opgerold tot een diameter van minder dan
8 inch (20,32 cm), omdat kleinere diameters onnodige spanning op
de voerdraad kunnen plaatsen. De meegeleverde dispenser is de
beste manier om de voerdraad te bewaren en te hanteren.
Er moet voldoende voerdraadlengte blootliggen om altijd een stevige
grip op de voerdraad te behouden.
Uit niet-klinische tests is gebleken dat de
Quattro-katheter
onder bepaalde voorwaarden
MR-veilig is
. Het is veilig om een patiënt met dit
hulpmiddel te scannen in een MR-systeem dat
voldoet aan de volgende voorwaarden:
MR