NEDERLANDS
53
YOUNGSTER 3
Hoekinstelbare voetenplaat (samenge
aluminium) - (Fig. 4.8-4.9)
Voetsteunen kunnen omhoog worden geklapt om gemakkelijker
in en uit uw rolstoel te komen.
De voetplaten kunnen aangepast worden binnen hun
hellingshoek, ten opzichte van een vlak oppervlak. Maak
schroeven los (1 tot 2). Zet dan de voetplaten in de gewenste
hoek. Daarna draait u de schroeven aan. Na aanpassing moet
u ervoor zorgen dat alle schroeven goed vast zitten (zie de
pagina over torsie). Om te voorkomen dat de rolstoel voorover
kantelt, moet u ervoor zorgen dat de minimale interval van 2,5
cm tussen de voetsteunbuis en de grond wordt gehandhaafd
(met horizontale zitting).
Om de breedte aan te passen, draait u de schroeven los (1+2),
waarna u beide beugels naar buiten laat glijden (3+4).
Footplates
Fig. 4.8
1
2
Fig. 4.9
3
4
Hoofdsteun
Hoofdsteun (Fig. 4.10)
De hoofdsteun (Fig. 4.14) kan worden verhoogd en horizontaal
zowel voorwaarts als achterwaarts worden bewogen.
Hiertoe draait u de schroef (1, 2 of 3) los.
Nu kunt u de gewenste positie instellen. Draai de schroef weer
vast. (zie de pagina over torque sleutel).
Om de rolstoel op te vouwen, opent u de klemhendel (1), laat u
de beugel van de hoofdsteun naar de rechterzijde schuiven, en
vouwt u deze naar beneden. Nu kunt u de rolstoel opvouwen.
Om de rolstoel uit een opgevouwen positie te halen, vouwt u
de hoofdsteun omhoog, geeft u de klemhendel weer ruimte,
en schuift deze naar de linkerkant. Sluit tot slot de klemhendel
weer (Fig. 4.11).
Fig. 4.10
3
1
2
Fig. 4.11
1
1