32
Beschrijving van de verschillende
functies
1. CENTER SP (Middenluidspreker)
Keuzes: LRG (Groot)/SML (Klein)/NONE (Geen)
Vooringestelde stand: LRG (Groot)
LRG (Groot)
Kies deze stand wanneer uw middenluidspreker ongeveer
even groot is als de hoofdluidsprekers. In deze stand worden
signalen over het volle bereik in het middenkanaal via de
middenluidspreker uitgevoerd.
SML (Klein)
Kies deze stand indien u gebruikmaakt van een
middenluidspreker die kleiner is dan de hoofdluidsprekers.
In deze stand worden de signalen van de lage tonen
(beneden 90 Hz) in het middenkanaal uitgevoerd via de
SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting (of via de rechter en
linker hoofdluidsprekers indien “BASS OUT” is ingesteld
op MAIN).
NONE (Geen)
Kies deze stand indien u niet over een middenluidspreker
beschikt (systeem met vier luidsprekers). In deze stand
worden de signalen over het volle bereik in het
middenkanaal via de linker en rechter hoofdluidsprekers
uitgevoerd.
2. REAR SP (Achterluidsprekers)
Keuzes: LARGE (Groot)/SMALL (Klein)
Vooringestelde stand: LARGE (Groot)
LARGE (Groot)
Kies deze stand indien uw achterluidsprekers goed de lage
tonen kunnen weergeven of wanneer er op de
achterluidspreker parallel een subwoofer is aangesloten. In
deze stand worden de signalen over het volle bereik in de
achterkanalen via de achterluidsprekers uitgevoerd.
SMALL (Klein)
Kies deze stand indien uw achterluidsprekers niet goed de
lage tonen kunnen weergeven. In deze stand worden de
signalen van de lage tonen (beneden 90 Hz) bij de
achterkanalen uitgevoerd via SUBWOOFER OUTPUT-
aansluiting (of via de rechter en linker hoofdluidsprekers
indien “BASS OUT” is ingesteld op MAIN).
3. MAIN SP (Hoofdluidsprekers)
Keuzes: LARGE (Groot)/SMALL (Klein)
Vooringestelde stand: LARGE (Groot)
LARGE (Groot)
Kies deze stand indien uw hoofdluidsprekers goed de lage
tonen kunnen weergeven. In deze stand worden de signalen
over het volle bereik in de hoofdkanalen uitgevoerd via de
linker en rechter hoofdluidsprekers.
SMALL (Klein)
Kies deze stand indien uw hoofdluidsprekers niet goed de
lage tonen kunnen weergeven. Indien uw systeem echter
niet is voorzien van een subwoofer, moet u deze stand niet
kiezen. In deze stand worden de signalen van de lage tonen
(beneden 90 Hz) bij de hoofdkanalen uitgevoerd via de
SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting indien “BASS OUT”
is ingesteld op SW of BOTH.
4. BASS OUT (Weergave van lage
tonen)
Keuzes: SW (Subwoofer)/MAIN (Hoofdluidsprekers)/
BOTH (Beide)
Vooringestelde stand: BOTH (Beide)
SW (Subwoofer)
Kies deze stand indien uw systeem is voorzien van een
subwoofer. In deze stand worden de signalen bij het LFE-
kanaal en andere signalen van lage tonen die via andere
kanalen moeten worden verzonden, uitgevoerd via de
SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting wanneer een met
Dolby Digital gecodeerde bron wordt afgespeeld.
Opmerking
• Wanneer u een 2-kanaals bron (tape, MD, CD, videoband, enz.)
afspeelt, moet u BOTH kiezen om de signalen van de lage tonen
(beneden 90 Hz) via de SUBWOOFER OUTPUT-aansluitingen
uit te voeren.
MAIN (Hoofdluidsprekers)
Kies deze stand indien uw systeem niet is voorzien van een
subwoofer. In deze stand worden de signalen over het volle
bereik bij de hoofdkanalen, de signalen bij het LFE-kanaal
en andere signalen van lage tonen (beneden 90 Hz) die via
andere kanalen moeten worden verzonden, uitgevoerd via
de rechter en linker hoofdluidsprekers.
BOTH (Beide)
Kies deze stand indien uw systeem is voorzien van een
subwoofer. In deze stand worden de signalen bij het LFE-
kanaal uitgevoerd via de SUBWOOFER OUTPUT-
aansluiting. De signalen van de lage tonen bij de
hoofdkanalen worden uitgevoerd via beide
hoofdluidsprekers en de SUBWOOFER OUTPUT-
aansluiting.
SET MENU
0708V396_31-37_NL
1/7/0, 8:04 PM
32