11
Nederlands
B
ASIC OPERA
TION
AD
V
ANCED OPERA
TION
APPENDIX
INTR
ODUCTION
V
OORBEREIDING
■
AM-raamantenne (bijgeleverd)
De AM-raamantenne kan van de stander worden verwijderd
en aan een muur e.d. worden bevestigd. Houd er evenwel
rekening mee dat de ontvangstgevoeligheid kan
verslechteren indien de antenne wordt bevestigd aan een
muur met metalen of stalen bewapening.
Opmerkingen
• De AM-raamantenne dient op een afstand van dit apparaat te
worden geïnstalleerd.
• De AM-raamantenne dient steeds aangesloten te blijven, ook
wanneer er op dit apparaat een AM-buitenantenne wordt
aangesloten.
■
Aansluiting van de AM-raamantenne
1
Druk op het nokje en ontgrendel de
aansluitopening.
2
Steek de draden van de AM-raamantenne in de
AM ANT- en GND-aansluitingen.
3
Zet het nokje weer in de oorspronkelijke stand
om de draden te vergrendelen. Trek zachtjes
aan de draden om ervan verzekerd te zijn dat
deze goed vastzitten.
4
Bevestig de raamantenne aan de
antennestander.
5
Richt de AM-raamantenne zodanig dat een
optimale ontvangst wordt verkregen.
■
AM-buitenantenne
Indien met de AM-raamantenne geen goede ontvangst kan
worden verkregen, sluit dan een 5 tot 10 m lange draad met
vinylbekleding aan op de AM ANT-aansluiting en trek deze
door het venster naar buiten.
■
Aarding (GND-aansluiting)
Om verzekerd te zijn van een veilig gebruik en om storing
tot een minimum te beperken, dient u de GND-aansluiting
te verbinden met een geschikte aarding. Een geschikte
aarding is een metalen staaf die in vochtige grond gedrukt
is.
AANSLUITINGEN
1
2
3
AM-raamantenne
Draad met vinyl afscherming
(5 m tot 10 m)
5
4
Antennestander
0703V396_08-18_NL
1/7/0, 8:01 PM
11