N-
7
OPSTELLEN
Nederlands
2.
Bevestiging aan het plafond
Belangrijk
• Probeert nooit alleen dit apparaat aan het plafond te bevestigen. Neem contact op met uw plaatselijke erkende
dealer of een betrouwbare aannemer.
Om het apparaat aan het plafond te bevestigen is een (los verkrijgbare) plafondsteun noodzakelijk.
De verticaal omgedraaide afbeelding van de opstellingsplaats van het scherm op blz. 6 helpt u bij het bepalen hoe ver het scherm onder het
plafond moet worden opgesteld. De hoogte kan worden bepaald door [H], beschreven op blz. 6, op te tellen bij de hoogte van de plafondsteun
[C], zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. Als het apparaat aan het plafond is bevestigd, moet “FRONT/CEILING” in menugroep
4
<SETUP> worden gekozen op het menu (zie blz. 17). Het geprojecteerde beeld kan verticaal worden bijgesteld binnen een bepaald bereik
door de waarde van “DIGITAL LENS SHIFT” op het menu te veranderen terwijl “SCREEN ASPECT” op het menu is ingesteld op “16:9”.
Zie blz. 6 voor verdere informatie.
3.
Achteropstelling
U kunt de beelden bekijken die op de achterkant van een halfdoorschijnen scherm worden geprojecteerd, terwijl u zelf aan de andere kant van
het scherm zit. De opstellingsplaats van het scherm kan wordt bepaald door eenvoudigweg de eerder beschreven opstellingsprocedure voor
projectie op de voorkant van het scherm te volgen. Voor een dergelijke opstelling moet u de instelling “REAR/TABLE” of “REAR/CEIL-
ING” kiezen bij “INSTALLATION” in menugroep
4
<SETUP> op het menu (zie blz. 17).
■
Opstellingsmethoden
1.
Opstelling op een tafel
Opstellingsprocedure
Laag plafond
S: 20 cm
Hoog plafond
L: 90 tot 147 cm
(instelbaar in stapjes van 3 cm)
Scherm
Projectieafstand [L]
Zie blz. 5.
Plafond
[H] Zie blz. 6.
Vloer
Projectieafstand [L]
Zie blz. 5.
Scherm
[H] Zie blz. 6.
8 cm tot het midden van de lens
Tafelhoote
U kunt het apparaat op een tafel op een bepaalde hoogte opstellen
voor het scherm om beelden te projecteren. De tafelhoogte en [H]
beschreven op blz. 6 moeten eerst worden vastgesteld om te
bepalen hoe hoog het scherm moet worden opgesteld voor het beste
resultaat. He afstand van de onderkant van het apparaat tot aan het
midden van de lens is 8 cm. De hoogte van het scherm (de hoogte
van de vloer tot de onderrand van het scherm) kan gemakkelijk
worden vastgesteld door deze drie getallen op te tellen.
Bijvoorbeeld, als u het apparaat opstelt op een tafel van 50 cm
hoog, moet u het scherm opstellen op een hoogte van <50 cm + 8
cm + [H] cm> boven de vloer.
Stelvoetjes
Bijstellen met behulp van de stelvoetjes
Als het apparaat is opgesteld op een tafel, kan de positie van het
beeld worden bijgesteld met behulp van de stelvoetjes onder de
voorrand van het apparaat.
Stel de hoogte af door het bewegende deel van de twee
schroefvormige stelvoetjes onder de voorrand van het apparaat te
draaien. Het afstelbereik van deze twee stelvoetjes is 2,5 cm. Als ze
volledig uitgedraaid worden, kunnen ze eraf genomen worden.
[C]
Summary of Contents for DPX-1
Page 4: ...III Memo ...
Page 42: ...III Notes ...
Page 80: ...III Memo ...
Page 118: ...III Anteckningar ...
Page 156: ...III Memo ...
Page 194: ...III Notas ...
Page 232: ...III Aantekeningen ...