Nederlands
66
Wilo AG 03/2006
Droogloopbeveiliging:
Via de betreffende klemmen conform het scha-
kelschema kan na het wegnemen van de brug
(af fabriek voorgemonteerd) een droogloopbe-
veiliging via een potentiaalvrij contact
(verbreekcontact) worden aangesloten.
Verzamelbedrijfs-/verzamelstoringsmeldingen
SBM/ SSM:
Via de betreffende klemmen conform het scha-
kelschema staan potentiaalvrije contacten
(wisselcontacten) ter beschikking voor externe
meldingen.
Potentiaalvrije contacten, max. contactbelasting
250 V ~ / 2 A
Optionele meldingen voor individuele bedrijfs-
storing van de pomp en watergebrek:
Via de betreffende klemmen conform het aan-
sluitschema staan potentiaalvrije contacten
(wisselcontacten) voor EBM, ESM en WM ter
beschikking.
Potentiaalvrije contacten, max. contactbelasting
250 V ~ / 2 A
Aanwijzing momentele druk:
Via de betreffende klemmen conform het aan-
sluitschema staat een 0...10 V signaal ter beschik-
king voor externe aanwijzing van de momentele
druk. Hierbij komt de 0...10 V van het druksensor-
signaal overeen met 0 ... druksensoreindwaarde.
Bijv.
Aanwijzing momentele frequentie:
Bij schakeltoestellen met frequentie-omvormer
staat via de betreffende klemmen conform het
aansluitschema een 0...10 V signaal ter beschik-
king voor externe aanwijzing van de momentele
frequentie. Hierbij komt 0...10 V overeen met een
frequentiebereik van 0...50 Hz.
8 Inbedrijfname
Het verdient aanbeveling de inbedrijfname van de
installatie te laten uitvoeren door de WILO-servi-
cedienst.
Voor de eerste keer inschakelen moet de lokale
bedrading worden gecontroleerd op correcte
uitvoering, vooral voor wat betreft de aarding.
De afzonderlijke handelingen voor de inbedrijf-
name zijn vermeld in de inbouw- en gebruiks-
handleiding van de totale installatie.
8.1
Fabrieksinstelling
Het regelsysteem is af fabriek vooringesteld. De
fabrieksinstelling kan door de WILO-servicedienst
weer worden hersteld.
8.2
Controle draairichting motor
Controleer door kortstondig inschakelen van ie-
dere pomp in de bedrijfsmodus »Handbedrijf«
(menu 1.1), of de draairichting van de pomp bij
netvoeding overeenkomt met de richting van de
pijl op het pomphuis. Bij de natlopers wordt de
foutieve resp. juiste draairichting gesignaleerd
door een controle-LED in de klemmenkast (zie
inbouw- en gebruikshandleiding van de pomp).
• Bij een verkeerde draairichting van
alle
pompen
met netvoeding moeten 2 willekeurige fasen van
de hoofdvoedingskabel worden verwisseld.
Installaties zonder frequentie-omvormer:
• Bij verkeerde draairichting van slechts
één
pomp
met netvoeding moeten bij motoren P2
d
4 kW
(direct starten) 2 willekeurige fasen in de motor-
klemmenkast worden verwisseld.
• Bij verkeerde draairichting van slechts
één
pomp
met netvoeding moeten bij motoren P2
t
5,5 kW
(ster-driehoek starten) 4 aansluitingen in de
motorklemmenkast worden verwisseld. En wel
moeten van 2 fasen het wikkelingsbegin en wik-
kelingseinde worden verwisseld (bijv. V
1
tegen V
2
en W
1
tegen W
2
).
Installaties met frequentie-omvormer:
• Netvoeding: Stel in menu 1.1 iedere pomp afzon-
derlijk in op »Handbedrijf«. Daarna moet te werk
worden gegaan als beschreven voor installaties
zonder frequentie-omvormer.
• Bedrijf met frequentie-omvormer: in de
bedrijfsmodus automaat met FO iedere pomp
afzonderlijk in menu 1.1 op »Automaat«. Daarna
moet door kort inschakelen van de afzonderlijke
pompen de draairichting in frequentie-omvormer
bedrijf worden gecontroleerd. Bij een verkeerde
draai-richting van
alle
pompen moeten 2 wille-
keurige fasen op de frequentie-omvormeruitgang
worden verwisseld.
8.3
Instelling van de motorbeveiliging
•
WSK / PTC:
Bij beveiliging tegen te hoge tempe-
ratuur is geen instelling nodig.
•
Overstroom:
Zie par. 6.1.4
Droogloopbeveiliging
Contact gesloten
Geen watergebrek
Contact open
Watergebrek
Contactbelasting:
24 V DC / 10 mA
Geen externe spanning op de klemmen
aansluiten!
Sensor
Aanwijsdrukbereik
Spanning/druk
16 bar
0 ... 16 bar
1 V = 1,6 bar
Geen externe spanning op de klemmen
aansluiten!
Geen externe spanning op de klemmen
aansluiten!
OPGELET!
OPGELET!
OPGELET!
Alle aansluitklemmen moeten voor de
inbedrijfname worden nagetrokken!
OPGELET!
Summary of Contents for Wilo-CC-System
Page 2: ...Fig 1 1 Fig 1 2...
Page 3: ...Fig 2 Fig 3 Fig 4...