Wilo Wilo-CC-System, Installation And Operating Instructions Manual

Page: 61 / 82

Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-CC-System 59
Inbouw- en bedieningsvoorschriften
1 Algemeen
Inbouw en inbedrijfname alleen door
vakpersoneel!
1.1 Over dit document
De inbouw- en gebruikshandleiding is onderdeel
van het toestel. Deze moet te allen tijde in de
directe omgeving van het toestel beschikbaar zijn.
Het nauwkeurig aanhouden van deze gebruiks-
handleiding is een voorwaarde voor het correcte
gebruik en de juiste bediening van het toestel.
De inbouw- en gebruikshandleiding behoort bij de
uitvoering van het toestel en komt overeen met
de stand van de geldende veiligheidstechnische
normen bij het ter perse gaan.
2 Veiligheid
Deze gebruikshandleiding bevat basisrichtlijnen
die bij de montage en bij de bediening dienen te
worden nageleefd. De gebruikshandleiding dient
dan ook vóór de montage en de ingebruikname
door de monteur en de gebruiker te worden gele-
zen. Niet alleen de algemene veiligheidsinstruc-
ties in de paragraaf “Veiligheid” moeten in acht
worden genomen, ook de specifieke veiligheids-
instructies in volgende paragrafen, aangeduid met
een gevarensymbool.
2.1 Symbolen gebruikt in deze gebruikshandleiding
De in deze gebruikshandleiding opgenomen vei-
ligheidsaanwijzingen waarvan de niet-naleving
personen in gevaar kan brengen, zijn aangegeven
met het algemene gevarenteken
en worden bij een waarschuwing voor elektrische
spanning in het bijzonder met
aangeduid.
Bij veiligheidsaanwijzingen waarvan de niet-nale-
ving gevaarlijk kan zijn voor de pomp of de instal-
latie en de werking ervan, werd het woord
toegevoegd.
2.2 Kwalificatie van het personeel
Het montagepersoneel dient de voor de werk-
zaamheden vereiste kwalificaties te bezitten.
2.3 Gevaar bij het niet opvolgen van de
veiligheidsrichtlijnen
De niet-naleving van de veiligheidsaanwijzingen
kan personen en de pomp/installatie in gevaar
brengen. De niet-naleving van de veiligheidsaan-
wijzingen kan ertoe leiden dat iedere aanspraak op
schadevergoeding ongeldig wordt.
De niet-naleving kan in het bijzonder bijvoorbeeld
de volgende risico's inhouden:
• Belangrijke functies van de pomp/installatie die
het niet langer doen,
• personen die gevaar lopen door elektrische en
mechanische inwerkingen.
2.4 Veiligheidsrichtlijnen voor de gebruiker
De bestaande voorschriften betreffende het
voorkomen van ongevallen dienen te worden
nageleefd.
Gevaren verbonden aan het gebruik van elektri-
sche energie dienen te worden vermeden. Instruc-
ties van plaatselijke of algemene voorschriften
(bijv. IEC en dergelijke), alsook van het plaatselijke
energiebedrijf, dienen te worden nageleefd.
2.5 Veiligheidsrichtlijnen voor inspectie-
en montagewerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle
inspectie en montagewerkzaamheden worden
uitgevoerd door bevoegd en bekwaam vakperso-
neel, dat door het bestuderen van de gebruiks-
handleiding voldoende geïnformeerd is.
Werkzaamheden aan de pomp/installatie mogen
uitsluitend worden uitgevoerd als deze buiten
bedrijf is.
2.6 Eigen ombouw en zelf onderdelen maken
Wijzigingen aan de pomp/installatie zijn alleen
toegestaan na duidelijke afspraken hierover met
de fabrikant. Originele onderdelen en door de
fabrikant toegestane hulpstukken komen de vei-
ligheid ten goede. Bij gebruik van andere onderde-
len kan de aansprakelijkheid van de fabrikant voor
daaruit voortvloeiende gevolgen vervallen.
2.7 Niet toegestaan gebruik
De bedrijfszekerheid van de geleverde pomp/
installatie is alleen gewaarborgd bij correct
gebruik in overeenstemming met hoofdstuk 4 van
de gebruikshandleiding. De in de catalogus / het
gegevensblad aangegeven boven- en onder-
grenswaarden mogen in geen geval worden over-
schreden.
3 Transport en opslag
4 Correct gebruik
Het CC-schakeltoestel is bedoeld voor een auto-
matische, comfortabele regeling van drukverho-
gingsinstallaties (installaties met één of meerdere
pompen).
Toepassingsgebied is de waterverzorging in flats,
hotels, ziekenhuizen, kantoren en industriële
gebouwen.
In combinatie met geschikte signaalgevers wer-
ken de pompen stil en energiebesparend. De
capaciteit van de pompen wordt aangepast op de
constant veranderende behoefte in het verwar-
mings-/waterleidingsysteem.
OPGELET!
Het schakeltoestel moet tegen vocht en
mechanische beschadiging worden be-
schermd. De temperatuur moet binnen
een bereik van -10°C +50°C liggen.
OPGELET!