Seite 72 von 126
3. Regelmatig terugspoelen
Voer 1 keer per week een filterreiniging (terugspoeling) uit.
Om het tijdstip van de filterreiniging –RÜCKSPÜLEN- (terugspoelen) precies te kunnen bepalen,
raden wij aan een drukmanometer te gebruiken (is pas vanaf SF 152 standaard in de levering
inbegrepen). De druk bij installaties met manometer is op de manometer af te lezen. Stijgt de druk met
0,3 bar (max. 0,6 bar) dan moet een terugspoeling uitgevoerd worden. Het wordt aanbevolen een
wekelijkse cyclus terug te spoelen, ook wanneer deze waarde niet bereikt wordt zodat het filterzand
los blijft. Voor de filterinstallaties SF 128 tot SF 142 kunt u de drukmanometer apart bijkopen
(artikelnr.: 59252960060). Gelieve u hiervoor indien nodig te wenden tot uw handelaar.
3.1 Terugspoelen
Het 6-wegventiel op –RÜCKSPÜLEN- (terugspoelen) plaatsen.
De filterinstallatie inschakelen.
Wanneer schoon water circuleert, is het terugspoelproces gedaan. Dit proces mag
hoogstens
ongeveer 3 minuten
duren.
Het 6-wegventiel op –FILTERN- (filteren) of -NACHSPÜLEN- (naspoelen) (vooraf stroomtoevoer
uitschakelen).
3.2 Naspoelen
Het 6-wegventiel biedt de bijkomende mogelijkheid om delen van het restvuil na het terugspoelen niet
in het bassin maar in de riolering te laten lopen.
Om dit te bereiken moet het ventiel op -NACHSPÜLEN- (naspoelen) ingesteld worden.
Filterinstallatie max. 30 seconden inschakelen, daarna het ventiel op –FILTERN- (filteren) zetten.
4. Onderhoudswerkzaamheden
4.1 Onderhoud van het filterreservoir
Indien de installatie onder het niveau van de waterspiegel staat, dan moet bij
onderhoudswerkzaamheden de afsluitgrendel gesloten worden en na het beëindigen van de
onderhoudswerkzaamheden weer geopend worden.
Eenmaal per jaar moet de vulhoogte en de toestand van het kwartszand gecontroleerd worden.
Het zand moet losjes van de hand af lopen! Bij de vorming van klonters moet alle kwartszand
vervangen worden. Zie hoofdstuk “Vullen 2.2”.
4.2 Onderhoud van de circulatiepomp
Pomp uitschakelen, 6-wegventiel op –GESCHLOSSEN- (gesloten) draaien. Letten op punt 1.1.2!
Vuilzeef eruit nemen, reinigen. Pomp niet laten werken zonder vuilzeef. In de winter vorstvrij opslaan
en de motoras af en toe draaien om een verkorsting van de as door kalkafzettingen te vermijden.
4.2.1 Voorfilter
De in de pomp ingebouwde voorfilter moet naargelang de graad van vervuiling van tijd tot tijd
gereinigd worden.
4.2.2 Lagers
De twee motorlagers zijn zelfsmerend en hebben geen onderhoud nodig.