18
18
18
19
19
laar gebruiken (FI-beveiligingsschakelaar).
Het gebruik van een aard-
lekschakelaar (FI-beveiligingsschakelaar) verlaagt het risico op een elek-
trische schok.
14.3 Persoonlijke veiligheid
• Wees bij gebruik van een elektrisch apparaat steeds oplettend en
verantwoordelijkheidsbewust. Gebruik een elektrisch apparaat niet
onder invloed van drugs, alcohol of medicamenten.
Door een kort mo-
ment van onoplettendheid kunt u uzelf of anderen ernstig letsel toebrengen.
• Draag steeds uw persoonlijke beschermende kleding. Draag altijd
oogbescherming.
Het dragen van beschermende uitrusting zoals een
stofmasker, slipvaste veiligheidsschoenen, een helm of gehoorbescher-
ming verlaagt het risico op letsel of gezondheidsklachten en is daarom
absoluut noodzakelijk.
• Overschat uzelf niet. Let erop dat u steeds stevig staat en uw even-
wicht kunt bewaren.
In onverwachte situaties heeft u het apparaat dan
beter onder controle.
14.4 Gebruik en verzorging van elektrische apparaten
• Werk niet met apparaten die eigenlijk ongeschikt zijn. Gebruik
steeds een voor de toepassing geschikt elektrisch apparaat.
Met het
juiste apparaat kunt u uw werk effectiever en veiliger uitvoeren.
• Gebruik het apparaat niet, wanneer het niet via de schakelaar IN- en
UITGESCHAKELD kan worden.
Een elektrisch apparaat dat zich niet via
de schakelaar in en uit laat schakelen, is een mogelijke bron van gevaar
en moet gerepareerd worden.
• Trek de stekker uit het stopcontact en/of neem de accu uit het
elektrische apparaat, voordat u apparaatinstellingen verricht, ac-
cessoires vervangt of het apparaat weglegt.
Door dergelijke voor-
zorgsmaatregelen wordt een ongewenste start van het elektrische ap-
paraat voorkomen.
• Bewaar niet gebruikte elektrische apparaten buiten bereik van kin-
deren en laat personen die niet vertrouwd zijn met het apparaat of
deze instructies, dit apparaat niet gebruiken.
Elektrische apparaten
zijn gevaarlijk, wanneer zij door onervaren personen worden gebruikt.
• Zorg goed voor uw elektrische apparaten. Verzeker u ervan dat alle
bewegende delen en vaste delen zich in de juiste positie bevinden,
dat er geen delen afgebroken zijn en dat er geen andere fouten/sto-
ringen aanwezig zijn om een probleemloos gebruik van het apparaat
veilig te stellen. Bij beschadiging moet het apparaat eerst gerepa-
reerd worden, voordat het opnieuw gebruikt wordt.
Veel ongelukken
worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrische apparaten.
• Gebruik elektrische apparaten en accessoires in overeenstemming
met deze instructies en met inachtneming van de de arbeidsomstan-
digheden en de te verrichten werkzaamheden.
Wanneer elektrische
apparaten niet volgens de voorschriften en gebruiksaanwijzingen worden
gebruikt, kan dat gevaarlijke situaties tot gevolg hebben.
14.5 Onderhoud
Laat uw elektrische apparaat alleen door gekwalificeerd vakbe-
kwaam personeel repareren met originele onderdelen.
Daardoor blijft
de veiligheid van het apparaat gegarandeerd.