12
Anschluss eines Verbrauchers
Achten Sie beim Anschluss eines Verbrauchers darauf, dass dieser uneinge-
schaltet mit dem Netzgerät verbunden wird. Die max. Stromaufnahme des anzu-
schließenden Verbrauchers darf die Angaben in den technischen Daten nicht
überschreiten.
Bei der Reihenschaltung mehrerer Netzgeräte werden berührungsgefährliche
Spannungen(> 70 VDC) erzeugt, welche bei Berührung lebensgefährlich sein
können. Ab dieser Spannung darf nur schutzisoliertes Zubehör (Anschlusslei-
tungen, Messleitungen etc.) verwendet werden.
Die Verwendung metallisch blanker Leitungen und Kontakte ist zu vermeiden.
Alle diese Stellen sind durch geeignete, schwer entflammbare Isolierstoffe oder
andere Maßnahmen abzudecken und vor direkter Berührung und Kurzschluss zu
schützen.
Achten Sie auf einen ausreichenden Leiterquerschnitt für die vorgesehene
Stromstärke.
Normalbetrieb „Master“
Im Master-Normalbetrieb erfolgt die Steuerung über die beiden Einstellregler für Spannung und Strom.
Eine Steuerung durch andere Geräte ist nicht möglich.
•
Schalten Sie das Netzgerät über den Betriebsschalter (1) ein. Die Spannungs- und Stromanzeige
(7 und 8) erscheinen nach ca. 1-2 Sekunden und zeigen „0000“.
•
Stellen Sie die Parameter nach Ihren Vorgaben wie im Kapitel „Inbetriebnahme“ beschrieben ein.
•
Kontrollieren Sie nochmals die korrekt eingestellte Ausgangsspannung durch Drücken der Taste
„REVIEW“ (3).
•
Verbinden Sie den Pluspol (+) des Verbrauchers mit der roten Buchse „+“ (16) und den Minuspol (-)
mit der schwarzen Buchse „-“ (17).
•
Alternativ kann auch der Anschluss über die rückseitigen Steckklem-
men erfolgen. Drücken Sie dazu mit einem Schraubendreher die klei-
ne Nut nach innen und führen den abisolierten Leiter in die runde Öff-
nung. Der Pluspol entspricht Klemme „O/P+“ (19), der Minuspol ent-
spricht Klemme „O/P-„ (20). Das Entriegeln erfolgt auf die gleiche Wei-
se.
•
Aktivieren Sie den DC-Ausgang durch Drücken der Taste „OUTPUT
ON“ (5). Die Statusanzeige (5) leuchtet und im Display (8) wird die
Ausgangsspannung angezeigt.
•
Der angeschlossene Verbraucher kann jetzt eingeschaltet werden.
•
Die Stromaufnahme des angeschlossenen Verbrauchers wird in der
Stromanzeige „A“ im Display (7) angezeigt.
53
UVL-spanningsbegrenzing
De UVL-functie maakt de instelling mogelijk van de bovenste spanningsgrens. Als deze spanningsrens
wordt overschreden, dan schakelt de DC-uitgang automatisch uit, wat wordt aangegeven door de aan-
duiding „ALM“ (12). Verminder de uitgangsspanning. Druk voor het inschakelen van de DC-uitgang op
de toets „OUTPUT ON“ (5). De waarschuwing „ALM“ dooft.
Voor het instellen gaat u als volgt te werk:
-
Schakel de labovoeding in, en wacht ong. 1-2 seconden.
-
Druk op de toets „UVL/Voltage“ (2). De statusindicatie „UVL“ (9)
licht op.
-
Op de indicatie „V“ (8) wordt de ingestelde spanningsgrens zichtbaar.
-
Breng voorzichtig een schroevendraaier (kopbreedte max. 3 mm) in
de opening „Upper Voltage Limit“ (15). Stel voorzichtig de gewenste
spanning in met de fijnregelaar.
-
Door nogmaals indrukken van de toets „UVL“ (5) verlaat u dit instel-
gebied. De indicatie (9) gaat uit. De ingestelde waarde blijft ook na
het uitschakelen behouden.
Spanning en stroom instellen
De labo-voeding maakt het instellen mogelijk van spanning en stroiombegrenzing, ook bij uitgeschakel-
de uitgang. Het voordeel ligt hierin, dat voor het instellen van de stroombegrenzing geen kortsluiting op
de uitgang moet worden gesimuleerd. De instelling van de uitgangsstroom is een beschermingsmecha-
nisme, om de verbruiker of de aansluitdraden te beschermen.
Voor het instellen gaat u als volgt te werk:
-
Schakel de labovoeding in, en wacht ong. 1-2 seconden.
-
Kies het gewenste uitgangsgebied met de toetsen „RANGE“ (4). De
betrokken statusindicatie licht op. Omwille van veiligheidsredenen
wordt de actieve DC-uitgang bij elke omschakeling van gebied uitge-
schakeld.
-
Houd tijdens de duur van de instelling de toets „REVIEW“ (3) inge-
drukt.
-
Op het display verschijnt de spannings- en stroominsteling voor de
actieve DC-uitgang.
-
Via de instelregelaar „VOLT.“ (13) gebeurt de spanningskeuze.
-
Via de instelregelaar „CURR.“ (14) gebeurt de stroombegrenzing.
-
Laat de toets „REVIEW“ (3) los. Het display toont terug „0000“.
-
Bij actieve uitgang is de spanningsinstelling direct mogelijk.
