54
a
lg e m e n e
i n S t R u c t i e S
WAARSCHUWINGEN!
Bij de verwerking van hete vloeistoffen:
•
Stel de container NIET bloot aan temperaturen boven de 99°C. Stel de container NIET bloot aan hete vloeistoffen of ingrediënten van boven de 99°C. Laat de
blender niet onbeheerd achter als hij niet in gebruik is.
Wees voorzichtig. Ontsnappende vloeistof of stoom kan brandwonden veroorzaken. Begin hete ingrediënten nooit
op de hoogste snelheid te blenden.
• Trek de stekker uit het stopcontact als de machine niet in gebruik is.
• Indien u merkt dat het geluid van het apparaat verandert of indien er een hard of vreemd voorwerp in contact komt met de messen, serveer de inhoud dan niet. Controleer het
messenblok op losse, beschadigde of ontbrekende onderdelen. Indien er onderdelen los zitten, ontbreken of beschadigd zijn, vervang de messen dan.
• Vergrendel het deksel. Zo voorkomt u dat het deksel van de container afvliegt wanneer de machine wordt aangezet.
• Laat geen mengsels, vloeistoffen of levensmiddelen opdrogen in de container. Spoel na gebruik af. Opgedroogde ingrediënten kunnen zich rond het mes vastzetten en de afdichting
van de meslagers bij het herstarten verzwakken of doen scheuren. Plaats containers niet in de vriezer.
• Een extreem lage temperatuur in combinatie met hete ingrediënten en/of de onmiddellijke snelle werking van het mes kan de container doen barsten. Gezien de aard van de in de
Advance-containers gebruikte materialen, wordt het gebruik in een magnetron of reinigen in automatische vaatwasser niet aanbevolen.
p
R o g R a m m i n g
Tips voor blenden
• Plaats vloeistoffen en zachte voedingsmiddelen eerst in de container, daarna de solide ingrediënten en
ijs het laatst. Voor solide, stevige ingrediënten wordt blenden op hoge snelheid aanbevolen.
• Zet de container op de motorbasis door deze op de juiste wijze op het centreerstuk op de basis te plaatsen.
(De motor moet volledig stilstaan voor u de container op de motorbasis plaatst.)
• Containers zijn niet geschikt voor gebruik met harde, droge materialen. Zet uw machine NIET AAN
met een lege container.
• Gebruik altijd een deksel tijdens het blenden. Bij het blenden van hete ingrediënten moet het deksel
altijd goed op de container vergrendeld zijn. Gebruik NOOIT een eendelig of onafsluitbaar deksel
wanneer u hete vloeistoffen verwerkt.
• Steek de stekker van de machine in het dichtstbijzijnde stopcontact (als de machine is losgekoppeld).
• Wanneer u notenboters maakt, gebruik dan de tamper om de mixtijd te verkorten. Wanneer u
voedingsmiddelen op basis van olie mixt, verwerk deze dan niet langer dan één minuut nadat het
mengsel in de container begint te circuleren. Als u ze langer mixt, kan dit schade aan de container en
oververhitting van de motor veroorzaken.
• Dankzij de hoge mengsnelheid van onze machine, zijn de mixtijden flink korter dan die in machines van
andere fabrikanten. Houd, totdat u gewend raakt aan de snelheid van de machine, uw mengsel goed in
de gaten en zorg dat u dit niet te lang mixt.
• Automatische bescherming tegen overbelasting:
Uw Vitamix-motor heeft een ingebouwde
bescherming tegen oververhitting. Als de motor stopt, zet dan de aan/uitknop op uit. Zet de knop na
5 minuten weer op aan om te controleren of de blender inmiddels hersteld is en weer gebruikt kan
worden. Het kan tot 45 minuten duren voor de blender weer hersteld is.
Gebruik
1. Voer de volgende handelingen uit, afhankelijk van het model dat u gebruikt:
• Drink Machine met twee snelheden: zorg dat de hoog-laagknop op de laagste stand staat. Zet de
aan-uitschakelaar in de Aan-stand. Nadat u bent begonnen met blenden, zet u de Hoog/Laag-
knop in de Hoog-stand. Wanneer u klaar bent met blenden, zet u de Hoog/Laag-knop weer in de
Laag-stand. Zet de aan-uitknop in de Uit-stand.
• Drink Machine Advance: Zet de aan-uitschakelaar op aan. Selecteer het gewenste programma met
de draaiknop en druk dan op de start-stopschakelaar om de messen te activeren.
2. Als het mengsel niet meer ronddraait, zit er mogelijk een luchtbel in. Voer de volgende handelingen uit,
afhankelijk van het model dat u gebruikt:
• Drink Machine met twee snelheden: steek de tamper door het deksel terwijl de machine aan het
blenden is.
De Drink Machine Advance® is voorgeprogrammeerd met instellingen die geoptimaliseerd zijn voor gebruik met de Advance®-container. De programma's kunnen worden aangepast met een speciale
programmeerchip of programmeersoftware die verkrijgbaar is bij Vitamix®. Neem contact op met uw distributeur of met de klantenservice voor meer informatie. Hoewel de machine geleverd wordt met
voorgeprogrammeerde standaardinstellingen, moet u de volgende instructies volgen wanneer u gebruik maakt van een aangepaste programmeerchip.
Nieuwe programma's instellen met een aangepaste chip
1.
Zet de machine aan met de aan-uitknop aan de voorkant van de machine, onder het bedieningspaneel.
2.
Haal de container van de motorbasis af en til de voorkant van de machine zo op dat u de onderste programmeerpoort kunt zien. Steek de geprogrammeerde
chip met de zilveren contactpunten naar boven en de woorden 'THIS SIDE FACING TO THE FRONT OF THE MACHINE' naar u toe in de poort onder de
productetiketten.
3.
De aan-uitknop begint tijdens het programmeren te knipperen. De zes voorkeuzeprogramma's worden binnen 5 seconden opnieuw geprogrammeerd.
ONDERKANT VAN
DE MACHINE
De aan-uitknop stopt met knipperen wanneer de machine opnieuw geprogrammeerd is.
4.
Verwijder de programmeerchip, doe hem terug in de oorspronkelijke verpakking en bewaar hem op een veilige, gemakkelijk
toegankelijke plaats.
5.
Zet de machine weer rechtop en plaats de container op de motorbasis.
Programmeerpoort
Drink Machine Advance-programma's
Hieronder vindt u de instellingen van de zes vooraf ingestelde programma’s. Deze programma’s,
genummerd van 1 tot en met 6, zijn speciaal ontworpen voor het mixen van de meest gemaakte
dranken. Afhankelijk van de dikte van de drank die u aan het maken bent, zal het apparaat
op basis van uw keuze een van de zes volledig programma’s afwerken. Uw machine wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer het programma voltooid is. De programma’s variëren in
snelheid en lengte. De vooringestelde opties van uw apparaat kunnen verschillen vanwege
programmaherzieningen of als uw machine speciaal voor uw bedrijf is ingesteld. Ook kunnen uw
resultaten per recept verschillen.
INSTELLING 1: (:15) Mixen van dunne dranken met uitsluitend sap en ijs.
INSTELLING 2: (:18) Mixen van lichte koffiedranken.
INSTELLING 3: (:21) Maken van speciaaldranken met een hoge viscositeit.
INSTELLING 4: (:24) Maken van roomijs en gewone koffiedranken die langer gemengd moeten
worden.
INSTELLING 5: (:27) Mixen van een gewone smoothie.
INSTELLING 6: (:30) Mixen van bevroren fruit en harde ingrediënten tot een volle, maar egale
smoothie.
Beste mengkwaliteit en machineprestaties – temperatuurbereik van ingrediënten:
Koeltemperatuur: 3.3° C. Opmerking: het mixen van gekoelde ingrediënten bij een temperatuur van
meer dan 5° C wordt niet aanbevolen.
Vriezertemperatuur: -17,7° C. Opmerking: het mixen van ingrediënten bij een temperatuur van minder
dan -17,7° C wordt niet aanbevolen.
Programmeerpoort
De voorkeuzeprogramma's terugzetten naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
Om de programma's opnieuw in te stellen, houdt u de pulseerknop ingedrukt en zet u de machine aan met de aan-uitknop. De aan-uitknop begint te knipperen
terwijl de programma's naar de fabrieksinstellingen hersteld worden.
• Drink Machine Advance: druk op Start/Stop om de motor stop te zetten. Haal de container van de
motorbasis af en roer of schraap het mengsel met een spatel van de zijkanten van de container naar
het midden toe om eventuele luchtbellen tussen de messen te bevrijden. Breng het deksel weer aan
en ga door met blenden.
3. Wacht na het uitschakelen van de blender tot de messen volledig tot stilstand zijn gekomen voor u het deksel
verwijdert of de container van de motorbasis afhaalt.
4. Drink Machine Advance: zorg dat de machine aan staat als u de pulseerknop wilt gebruiken om drankjes
te verversen. Zet de container op de motorbasis en druk de pulseerknop in. Laat de knop weer los om de
motor te stoppen.
5. Haal de stekker uit het stopcontact wanneer de machine niet in gebruik is.