9
EN
NL
FR
DE
ES
SE
A
pp
en
dix
4.2 Aansluiting van batterijkabels
Teneinde de volledige capaciteit van het product volledig te benutten, moeten batterijen
met voldoende capaciteit en batterijkabels met geschikte doorsnede worden gebruikt. Zie
tabel.
12/1600 24/1600 48/1600 12/2000 24/2000 48/2000
Aanbevolen
doorsnede (mm
2
)
lengte tot 6 m
50
25
25
70
35
25
12/1600
24/1600
48/1600
12/2000
24/2000
48/2000
Aanbevolen
batterijcapaciteit
(Ah)
300 - 800 150 - 400 75 - 200 350 - 1000 200 - 500 100 - 250
Opmerking: Interne weerstand is de belangrijkste factor bij het werken met batterijen met
een lage capaciteit. Gelieve uw leverancier of de relevante paragrafen van ons boek
"elektriciteit aan boord", raadplegen, welke is te downloaden van onze website.
Procedure
Ga als volgt te werk om de batterijkabels aan te sluiten:
Gebruik een geïsoleerde pijpsleutel om kortsluiting van de batterij te voorkomen.
Vermijd het inkorten van de batterijkabels.
De batterijkabels aansluiten: de + (rode) en de - (zwarte), op de batterij zie bijlage A.
Verbinding met omgekeerde polariteit (+ naar - en – naar +) veroorzaakt schade aan het
product.
De moeren stevig vastzetten om de contactweerstand zoveel mogelijk te verminderen.
Om veiligheidsredenen dient dit product in een hittebestendige omgeving te worden
geïnstalleerd als het wordt gebruikt met apparatuur waar een aanzienlijke
hoeveelheid stroom moet worden omgezet. U moet de aanwezigheid van bijv.
chemicaliën, synthetische componenten, gordijnen of ander textiel, enz., in de
directe omgeving vermijden.