SP500B
VELLEMAN
11
Indien u een tweede zender heeft: druk op knop I van deze zender binnen de 5 seconden nadat u de eerste zender
heeft geprogrammeerd. De sirene biept opnieuw 1 x om aan te geven dat de zender is geprogrammeerd.
Opgelet: de zendercode wordt niet opgeslagen indien de voeding van het systeem wordt onderbroken. De code moet
dan op dezelfde manier opnieuw worden geprogrammeerd (zie hoger).
B. Gevoeligheid van schoksensor aanpassen & testen
AANPASSING
Deactiveer het systeem en houd beide knoppen van de zender gedurende 2 seconden ingedrukt. Een enkele toon
bevestigt dat de programmeermode is geactiveerd.
Druk op knop II (de kleinste knop) om het menu te selecteren voor het instellen van de schokgevoeligheid. Druk knop
II opnieuw in en scroll door 8 stappen en de 8 overeenkomstige tonen. Hoe hoger de toon, hoe hoger de
gevoeligheid.
GEVOELIGHEID TESTEN
1) sla op de motorkap met de palm van uw hand om een indringerna te bootsen. Het alarm biept 1 x om de indringer
te waarschuwen. Herneem de programmeringsprocedure indien u geen toon hoort.
2) sla op de voorruit met de palm van uw hand om een indringer na te bootsen die uw voorruit tracht te breken. Het
alarm biept 1 x om de indringer te waarschuwen. Herneem de programmeringsprocedure indien u geen toon
hoort
3) Het alarm gaat echt af (ding dong) als de schok hard genoeg is.
Belangrijk : De gevoeligheid is te laag ingesteld als je na een zware schok maar 1 toon hoort. De gevoeligheid is
te hoog als het alarm op volle kracht afgaat na een relatief zachte schok. Plaats de gevoeligheid in de
laagste stand die nodig is om uw voertuig efficiënt te beschermen.
PROGRAMMEERMODE VERLATEN
Druk gewoon op knop I om de programmeermode te verlaten en het laatst ingestelde gevoeligheidsniveau op te
slaan. Het toestel biept 2 x om de instelling te bevestigen. Het toestel verlaat de programmeermode indien er 10
seconden lang geen enkele knop wordt ingedrukt.
C. Alarmtoon kiezen – 5 tonen en 1 meervoudige toon
Na het deactiveren van het alarm heeft u 10 seconden om de programmeermode voor de alarmtoon in te schakelen.
Houd de twee knoppen samen ingedrukt. Een enkele toon bevestigt dat de programmeermode nu is geactiveerd.
Selecteer de verschillende alarmtonen met kop I (5 tonen en 1 meervoudige toon). Druk knop II in om de
programmeermode te verlaten wanneer u uw keuze heeft gemaakt. De laatste toon die u heeft beluisterd, wordt
ingesteld als uw alarmtoon. Het toestel biept 2 x om te bevestigen dat u de programmeermode heeft verlaten.
Bedradingschema