SP500B
VELLEMAN
9
drukschakelaar in zodat hij in contact staat met de motorkap wanneer die gesloten wordt. Om het kofferdeksel te
beveiligen, zoekt u in de omtrek van de kofferdichting een effen metalen oppervlak om de zelftappende
drukschakelaar te bevestigen. Boor een gat van 6mm en gebruik een dopsleutel van 11mm om de drukschakelaar in
de plaat te draaien.
Opmerking : Monteer de pin op een geschikt deel van het chassis met een goede aarding. Indien het systeem
reageert op stroomverbruik, dan zal het licht onder de motorkap en het kofferdeksel het systeem in werking stellen
zodra 1 van de 2 wordt geopend. In dit geval is het dus niet nodig om drukschakelaars te installeren.
D. Installatie van de 9V back-up batterij
Open het batterijvak van de sirene en breng een 9V alkalinebatterij in. Verbind de batterij met de batterijclip en sluit
het andere uiteinde aan op het alarmsysteem. De back-up batterij is NIET meegeleverd.
E. Stickers
Kleef de stickers aan de binnenkant van uw venster om dieven af te schrikken. De meeste dieven zullen uw wagen
niet aanraken wanneer ze de stickers zien.
Bedrading
Houd de bedrading afgescheiden van de bewegende motoronderdelen, uitlaatpijpen en hoogspanningskabels.
Bescherm de draden met kleefband op de plaats waar ze door gaten in het koetswerk lopen. Zo zorgt u ervoor dat ze
niet worden doorgesneden. Pas op voor scherpe randen want die kunnen de draden beschadigen en kortsluiting
veroorzaken.
A. Hoofdbedrading
1. Rode draad – Systeemvoeding (+12V constant)
De rode draad voedt het systeem. Verbind deze draad met een +12V bron van de zekering.
OPGELET
: Indien u het alarm zo wilt programmeren dat het reageert op stroomverbruik, dan moet deze
verbinding constant onder een spanning van +12V staan die afkomstig is van de zekering van de
binnenverlichting. Deze verbinding zorgt namelijk voor de spannignsvaldetectie.
2. Zwarte draad – Systeemaarding
Dit is de hoofdverbinding van het alarmsysteem met de massa. Zorg ervoor dat deze verbinding tot stand komt met
een stevig onderdeel van het chassis. Verbind deze draad niet met een bestaande aardingsdraad van de kabelboom.
Verbind hem rechtstreeks met het koetswerk van het voertuig.
3 & 4. Gele draad – Ontstekingsonderbreking
Lokaliseer de draad die afkomstig is van het contactslot en die de ontstekingsbobijn voedt. Snij de draad middendoor
en probeer het voertuig te starten. Indien u de juiste draad heeft gevonden, dan zal de motor even draaien maar niet
starten. Nadat u de juiste draad heeft gevonden:
1) Verbind de ene gele draad met het uiteinde van de ene helft van de doorgesneden ontstekingsdraad.
2) Verbind de andere gele draad me de andere helft van de doorgesneden draad.
5. Zwarte / witte draad – verbinding met de LED indicator
Deze draad dient voor de verbinding van de LED indicator. Verbind de zwart/witte draad met de zwarte draad van de
LED indicator. Verbind de rode draad van de LED indicator met een constante spanning van +12V.