46
H
A
N
D
L
E
ID
IN
G
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
CONDITIETEST
De condititetest van de monitor is een meertrapstest.
Deze begint met een lichte inspanning, maar afhankelijk
van het gekozen testmodel neemt de inspanning
gelijkmatig toe. De meertrapstest is een veilige en
betrouwbare submaximale manier om de lichamelijke
conditie te testen. De test wordt voortgezet tot de
individuele streefwaarde voor de hartslag (85 % van uw
maximale hartslag) is bereikt. Voor de test is het gebruik
van de hartslagriem vereist: tijdens de test houdt de
monitor de wijzigingen in de hartslag bij en schat aan de
hand daarvan uw maximale zuurstofopnamecapaciteit.
De maximale zuurstofopnamecapaciteit is de beste
manier om de lichamelijke conditie in te schatten. Na
de test geeft de meter uiteenlopende informatie over
uw conditie in de vorm van een beschrijving en een
numerieke waarde (ml/kg/min).
VOORBEREIDING OP DE TEST
1.
Controleer of de gegevens voor uw gebruikersnaam
zijn bijgewerkt – de meter gebruikt de gegevens over de
gebruiker als uitgangspunt voor de conditietest.
2.
Kies FITNESS TEST.
3.
Kies met het keuzewiel de conditiecategorie die het
meest op u van toepassing is:
A)
inactief = beoefent geen lichaamsbeweging, zwakke
conditie
B)
actief = doet aan lichaamsbeweging, gemiddelde of
goede conditie
C)
athletisch = doet actief aan lichaamsbeweging,
goede of uitstekende conditie
4.
Op het display komt het testmodel dat correspondeert
met de respectieve conditiecategorie.
A)
Tid/Stap = duur van de vermogenstrappen tijdens
de test
B)
Stappen = vermogen van de trap (in Watt); de test
bestaat uit meerdere trappen
C)
Eerste fase = inspanningstrap waarmee de test
begint
5.
Bevestig uw keuze door het keuzewiel in te drukken.
6.
Indien nodig kunt u de streefwaarde voor uw hartslag
aanpassen met het keuzewiel. Bevestig uw instellingen
met het keuzewiel.
7.
Het display geeft aan dat u kunt stoppen met de test
zodra u de streefwaarde voor uw hartslag hebt bereikt.
Start de test door het keuzewiel in te drukken.
UITVOERING VAN DE TEST
1.
Op het display komt het gekozen trappenmodel
van de test. Begin de test door te gaan fietsen. De
curve van uw hartslag wordt in het rood op het display
afgebeeld en wordt tijdens de test steeds bijgewerkt. De
streefwaarde voor de hartslag is een rode stippellijn.
2.
Wanneer uw hartslagniveau de streefwaarde bereikt,
geeft de monitor een geluidssignaal en een melding op
het display. Wij bevelen u aan om de test nu te stoppen,
maar als uw conditie voldoende goed is, kunt u ook
doorgaan met de test. Als de streefwaarde voor uw
hartslag correct is ingesteld (d.w.z. dat u precies genoeg
heeft vastgesteld wat uw maximale hartslag is), levert
doorgaan met de test echter geen verbetering in de
testnauwkeurigheid op. Als u uw maximale hartslag te
hoog inschat, wordt ook uw conditie te hoog ingeschat.
Op dezelfde manier wordt uw conditie te laag ingeschat
als u uw maximale hartslag te laag inschat.
3.
Om de test te stoppen als u de streefwaarde voor uw
hartslag hebt bereikt, drukt u op de knop BACK/STOP
of stopt u met het bewegen van de pedalen. De monitor
toont vervolgens het testresultaat:
A)
aërobische conditie = schatting van uw
conditieniveau in het inspanningsgebied dat u
meestal
gebruikt en dat het best weergeeft hoe goed uw
lichamelijke conditie is.
B)
MET-waarde = getal dat het aantal veelvouden
aangeeft waarmee de zuurstofopnamecapaciteit van
uw
lichaam kan toenemen ten opzichte van een volledige
rusttoestand.
C)
ml/kg/min = uw zuurstofopnamecapaciteit
uitgedrukt in milliliters zuurstof per minuut per kilo
lichaamsgewicht.
D)
l/min = uw zuurstofopnamecapaciteit uitgedrukt
in liters zuurstof per minuut. Het verschil met de
voorafgaande waarde is, dat hier geen rekening wordt
gehouden met uw lichaamsgewicht.
E)
Wmax = schatting van uw maximale
prestatieniveau in Watt.
F)
W/kg = verhoudingsgetal van uw maximale
prestatieniveau en uw gewicht.
MANNEN / MAXIMALE
ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX)
1 = ZEER SLECHT, 7 = UITSTEKEND
LEEFT.
1
2
3
4
5
6
7
18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 >63
20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 >62
25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 >59
30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 >56
35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 >54
40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 >51
45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48
50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46
55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43
60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40