17
NL
de handleiding toegestaan worden aan de gebruiker, die
vakbekwaam en bekend is met het product.
"
Bediener
" : Persoon of dienst die het product conform de
bestemming ervan gebruikt.
"
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
" : Persoonlijke
beschermingsmiddelen tegen vallen van grote hoogte.
"
Connector
" : Bevestigingselement tussen onderdelen van
een valstopsysteem. Het is conform aan de norm EN 362.
"
Harnasgordel
" : Opvangsysteem van het lichaam bestemd
voor het stoppen van een val. Het bestaat uit riemen en
gespen. Het bevat bevestigingspunten voor het opvangen
van een val die gemarkeerd zijn met een A wanneer ze alleen
kunnen worden gebruikt, of gemarkeerd zijn met een A/2
wanneer ze gebruikt dienen te worden in combinatie met een
ander punt A/2. Het is conform aan de norm EN 361.
"
Lijn
" : Element of soepel verbindingselement van een
persoonlijk beschermingssysteem tegen vallen die
tenminste twee afgewerkte uiteinden heeft.
"
Maximale gebruiksbelasting
" : Maximale massa van
de gebruiker die aangekleed is, uitgerust is met zijn
persoonlijke beschermingsmiddelen, zijn werkkleding, zijn
gereedschap en de onderdelen die hij of zij nodig heeft om
zijn reparatie of installatie uit te voeren.
"
Valstopsysteem
" : Een geheel dat uit de volgende
elementen bestaat:
- Harnasgordel
- Valbeveiliger met automatische lijnspanner of valdemper
of mobiele valstop op onbuigzame ankerlijn of mobiele
valstop op flexibele ankerlijn.
-Verankering.
-Verbindingselement.
"
Element van het valstopsysteem
" : Generieke term die
één van de volgende elementen omschrijft:
-Harnasgordel
- Valbeveiliger met automatische lijnspanner of valdemper
of mobiele valstop op onbuigzame ankerlijn of mobiele
valstop op flexibele ankerlijn.
-Verankering.
-Verbindingselement.
2.2
Pictogrammen
GEVAAR:
Deze is geplaatst aan het begin van een lijn, en geeft
instructies die ervoor bestemd zijn om blessures, in
het bijzonder dodelijke verwondingen, zware of lichte
verwondingen, alsook schade aan het milieu te voorkomen.
BELANGRIJK:
Deze is geplaatst aan het begin van een lijn, en geeft
instructies die ervoor bestemd zijn om storing of schade
aan uitrustingen te vermijden, die niet direct het leven of de
gezondheid van de bediener of die van andere personen
direct in gevaar brengen, en/of die waarschijnlijk geen
schade aan het milieu zullen veroorzaken.
OPMERKING:
Deze is geplaatst aan het begin van een lijn, en geeft
instructies die ervoor bestemd zijn de doeltreffendheid
of het comfort van een installatie, van het gebruik of van
onderhoudswerkzaamheden te verzekeren.
3.
Gebruiksvoorwaarden
Inspectie voor gebruik
• Visuele controle van de staat van de lijn en naden.
Het koord, de riem, de naden mogen geen sporen
van schuren, uiteenrafelen, verbrandingen of breuken
presenteren. In geval van twijfel haalt u onmiddellijk het
product weg.
• Controleer de staat van de onderdelen die verbonden zijn
met het harnas en de connectors.
• Controleer het volledige valstopsysteem.
4.
Functies en omschrijving
• Een lijn kan gemaakt zijn als een touw met kernmantel of
riem (leiriem). De lijn als band kan van een vaste lengte
zijn (lijn) of van een variabele lengte zijn (elastische lijn).
De elastische functie maakt het mogelijk de lengte van
de lijn te verkorten wanneer deze niet onder spanning
wordt gebracht door de bediener en vermijdt zo hinder bij
verplaatsingen. De lengte van de lijn van elastiek wordt
bepaald onder een lading van 5 kg.
• Wanneer een lijn gecombineerd wordt met een valdemper:
- De totale lengte van de lijn inclusief een valdemper,
twee afgewerkte uiteinden en twee connectors mag
niet langer zijn dan 2 m.
- De verbinding tussen de lijn en de valdemper moet
gemaakt worden met behulp van een connector EN 362.
- Wanneer de lijn dubbel is en geen valdemper bezit,
verbindt u de valdemper aan de harnasgordel en de
lijn aan het verankeringspunt.
- Niet 2 lijnen met elkaar verbinden die ieder een
valdemper hebben die parallel loopt tussen een
verankeringspunt en de harnasgordel.
- Neem alle noodzakelijke maatregelen om de val
op de scherpe kant te vermijden wanneer de lijn
horizontaal wordt gebruikt. Maar wanneer er na
analyse een risico bestaat dient u een bescherming
op de scherpe kant te plaatsen.
• De enkelvoudige lijnen zonder energie-absorber (afb. 2,
bladzijde 2), of gebiedbegrenzingslijnen zijn geen
valbeschermende lijnen, ze mogen bijgevolg niet als
valbeveiligingssysteem worden gebruikt. Ze dienen om
valrisico te voorkomen door de gebruiker de toegang
tot risicozones te ontzeggen (afb. Zij dienen om een
verankeringspunt te creëren of omlaag te brengen.
5.
Contra-indicaties voor gebruik
Het is streng verboden:
• een lijn te plaatsen of te gebruiken zonder dat u hiervoor
bevoegd, opgeleid en vakkundig voor bent verklaard, of,
onder toezicht van een bevoegd persoon bent gesteld,
die opgeleid en vakkundig is verklaard.
• een lijn te gebruiken zonder dat de markering leesbaar is.
• een lijn te plaatsen of te gebruiken die vooraf niet
gecontroleerd is.
•
een lijn te gebruiken die sinds 12 maanden geen
periodieke inspectie heeft ondergaan, die uitgevoerd