Stiga TI 36 G, Operator'S Manual

Page: 33 / 96

NL
GEBRUIKSNORMEN
Lees de relatieve handleiding voor de motor.
OPMERKING - De overeenstemming tussen de verwijzingen
in de tekst en de daarbij horende afbeeldingen (op de pagina
2 en daaropvolgende) wordt gegeven door het nummer dat elk
paragraaf voorafgaat.
1. VERVOLLEDIG DE MONTAGE
OPMERKING - De machine kan mogelijk geleverd worden
met sommige onderdelen reeds gemonteerd.
LET OP - De machine moet op een vlakke en stevige onder-
grond uitgepakt en gemonteerd worden, met voldoende
bewegingsruimte voor de machine en de verpakking, en
steeds met gebruik van geschikte werktuigen.
De verpakking moet volgens de plaatselijk geldende bepa-
lingen worden afgevoerd.
1.1 Montage van het handvat
Verbind de opspanner (1) aan de twee zijdelingse elementen
van het handvat (2a) en 82b) en draai de twee schroeven (3)
goed vast.
LET OP - De aanwezigheid van de opspanner is een
belangrijk element voor de veiligheid en deze montage
moet dus correct uitgevoerd worden.
Draai de twee moeren (4) los en verwijder de twee zijdelingse
schroeven (5), en de kopschroef (6) uit de steun (7).
Monteer het handvat (2) op de steun (7) en let erop dat de
kabels onder de steun blijven. Herplaats de twee zijdelingse
schroeven (5) en de rondsels in de aangegeven volgorde en
draai vervolgens de twee moeren (4) weer goed vast.
Laat de haakbout (8) tot tegen de steun (7) glijden en bevestig
deze met de schroef (6).
1.2
Sluiting van de assen van de fresen
Plaats de twee doppen (1) op de uiteindes van de as van de
fresen (2).
1.3 Olie bijvoegen
• Aandrijving
Leg de machine op de rechterkant.
Koppel de splitpen (1) los, verwijder de pin (2) en verwijder de
fresen (3) en (4).
Draai de dop (5) los en giet ongeveer 120 cc olie van dezelfde
kwaliteit die voor de motor gebruikt werd in de opening.
Hermonteer de dop (5) en let erop de dichting (6) weer te plaa -
tsen en de fresen (3) en (4) weer te plaatsen met de desbetref -
fende pin (2) en splitpen (1).
• Motor
Vul motorolie bij volgens de aanwijzingen in de desbetreffende
handleiding.
1.4
Montage van de stang
Steek de stang (1) in zijn zitting en bevestig hem op de gewen -
ste hoogte aan de hand van de pin (2) en de splitpen (3).
2. COMMANDO’S EN AFSTELLINGEN
OPMERKING - De betekenis van de symbolen op de knop-
pen wordt verklaard op pagina 6 en op de volgende pa-
gina’s.
2.1 Versnellingsbediening
De versnelling wordt door middel van de hendel (1) bediend.
De standen van de hendel blijken uit het desbetreffend plaatje.
De versnellingsbediening regelt de rotatiesnelheid van de fre-
sen en tegelijkertijd de snelheid van de voortbeweging van de
machine.
2.2
Hendel inschakeling fresen
De beweging van de fresen in aanraking met het terrein zorgt
voor de voortbeweging van de machine.
Om de fresen in te schakelen, druk op de veiligheidshendel (1)
en trek aan de inschakelhendel (2).
Door de hendel los te laten (2), stoppen de fresen en stopt de
machine.
2.3 Afstelling omspitdiepte
De diepte waarmee de fresen in de grond gaan, wordt afgesteld
aan de hand van de stang (1) die op 3 verschillende hoogtes
kan geplaatst worden.
De laagste positie stemt overeen met de kleinste omspitdiepte.
Om de hoogte van de stang (1) te wijzigen, verwijdert men de
splitpen (3) en de pin (2) en herplaatst men deze op de gewen -
ste hoogte.
2.4
Afstelling van het hulpwiel
Het hulpwiel (1) kan op twee verschillende hoogtes afgesteld
worden:
– omlaag, in aanraking met het terrein, om de verplaatsingen
te vereenvoudigen;
– omhoog, tijdens het werk, opdat de fresen in het terrein kun-
nen dalen.
Om van de ene positie naar de andere om te schakelen, moet
men het wiel (1) vastnemen, en eraan trekken om de pin (2)
uit de zitting in de steun (3) te halen en deze op de gewenste
positie herplaatsen.
3. GEBRUIK VAN DE MACHINE
3.1
Motor starten
Volg de aanwijzingen van de handleiding van de motor voor het
opstarten en geef vervolgens met de knop een stevige trek aan
de startkabel (1).
31