
c
38
4.4.3 Bepaling van de wrijving
Bijzonder belangrijk voor de ladingbevestiging is de wrijving.
– De wrijving werkt tussen lading en laadvlak en is afhankelijk van
materiaal en oppervlakken.
– Door gebruik te maken van een gecertificeerde antislipmat, realise-
ert u een gegarandeerd wrijvingscoëfficiënt.
4.4.4 Bediening van de ratel
IV
V
Sjormiddel basispositie / uitgangspositie
a
1. Ratelhendel
7
openen.
2. Lege sleufschacht
5
in inrijgpositie voor het losse uiteinde
1
brengen.
Aanbrengen van het sjorsysteem
3. Singelband op de lading plaatsen.
4. Verbindingselementen stevig in de sjorpunten haken.
Lengte-instelling van het sjormiddel
b
5. Losse uiteinde
1
in de opening
5
van de sleufschacht
2
rijgen
en doortrekken, totdat de singel op de lading ligt.
Spannen van het sjormiddel
c
6. Zolang spannen (op- en neerbewegen van de ratelhendel), totdat de
gewenste spanning bereikt is.
– Hierbij moeten ten minste 1,5 wikkeling, maximaal echter 3
wikkelingen op de sleufschacht 2 ontstaan.
– Bij diagonaal sjorren handvast spannen.
Spanelement vastzetten
d
7. Na het sjorren aan de schuif
6
trekken.
8. De ratelhendel
7
zover in de sluitstand bewegen, totdat de
schuif
4
in de veiligheidsuitsparing kan vastklikken.
– De ratel is nu gesloten.