Promask / Promask 2
49
Met ventilatorapparaat
Tijdens het gebruik van het ademhalingstoestel moet de ventilator ingeschakeld zijn. Indien deze
namelijk uitvalt, werkt het toestel niet langer als adembescherming, en is het mogelijk dat er
in korte tijd een ophoping van kooldioxide ontstaat. Deze situatie geldt als een uitzonderlijke
toestand.
Bij een te hoge ademfrequentie kan het zijn dat er in het gelaatsstuk negatieve druk (onderdruk)
ontstaat tijdens pieken van de inademing.
Bij windsnelheden van meer dan 2 m/s kan de bescherming afnemen..De filters mogen niet
rechstreeks aan de ademslang worden bevestigt.
Keuze
Promask/Promask
2
+ filter
Ademhalingstoestel met filter
Type ademhalingstoestel
Veelvoud van de
arbeids-hygiënische
grenswaarde **)
Opmerkingen, beperkingen
Volgelaatsmasker met
partikelfilter P3
400
Partikels
Volgelaatsmasker met
gasfilter *)
400
De filtertypes A, B, E, K, AX, SX, Hg-P3 en NO-P3
zijn voor speciale toepassingen. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzingen van
Scott Safety
Filters voor
meer informatie.
Ademhalingstoestel met
combinatiefilter
De veelvouden van de arbeidshygiënische grenswaarde worden
voor gas- en partikelfilters apart vermeld. In beide gevallen dient
te worden uitgegaan van de kleinste waarde.
*) Onder voorwaarde dat de maximaal toegestane concentraties van schadelijke gassen niet
worden overschreden. Deze zijn bij gasfilters zonder ventilator 0,1 vol.% in gasfilterklasse 1 en 0,5
vol.% in gasfilterklasse 2 en 1,0 vol.% in gasfilterklasse 3.
**) Bij nationaale aanbevelingen: immer dient te worden uitgegaan van de kleinste waarde.
P ventilatorapparaat
Aangeblazen ademhalingstoestel met filter
Type ademhalingstoestel
Veelvoud van de arbeids-hygiënische
grenswaarde **)
Opmerkingen,
beperkingen
Aangeblazen
volgelaatsmasker met
partikelfilter TM3P
500
Aangeblazen
volgelaatsmasker
met gasfilter *) TM3
gasfilterklasse 1, 2 of 3
500
Ademhalingstoestel met
combinatiefilter
De veelvouden van de arbeidshygiënische grenswaarde worden
voor gas- en partikelfilters apart vermeld. In beide gevallen dient
te worden uitgegaan van de kleinste waarde.
*) Onder voorwaarde dat de maximaal toegestane concentraties van schadelijke gassen niet
worden overschreden. Deze zijn bij gasfilters met ventilator 0,05 vol.% in gasfilterklasse 1 en 0,1
vol.% in gasfilterklasse 2 en 0,5 vol.% in gasfilterklasse.
**) Bij nationaale aanbevelingen: immer dient te worden uitgegaan van de kleinste waarde.
Gebruik en opzetten
Zie de gebruiksaanwijzingen van de filter en het ventilatorapparaat dat wordt gebruikt.
Controleer voor gebruik
gelaatstuk, rubberen delen en vizier onbeschadigd zijn
de hoofdbanden in goede conditie en elastisch zijn