58
MONTAGE EN INBOUW
Raadpleeg ook de tekeningen
(
I tot L
) aan de binnenzijde van
de voor- en achterkaft.
Meer informatie over de inbouw
vindt u ook onder
www.ritterwerk.de/
installation-notes.
Veiligheidsaanwijzingen
Neem, om verwondingen of
beschadiging van het apparaat
te voorkomen, beslist de vol
-
gende veiligheidsaanwijzingen
in acht:
– De montage moet in elk
geval worden uitgevoerd
door geschoold personeel.
ritterwerk stelt zich niet aan-
sprakelijk voor gevolgen van
montage die in strijd is met de
voorschriften en/of gebreken
vertoont.
– Het netadaptersnoer moet zo
zijn gelegd, dat het niet wordt
vastgeklemd en direct van het
inbouwsysteem vrij naar het
in de onderkast te monteren
stopcontact loopt.
– Trek voorafgaand aan de
montage de netadapter uit het
stopcontact.
I
Inbouwvoorwaarden
De hieronder aangegeven afme
-
tingen zijn minimummaten.
–
Binnenwerkse breedte
ladebodem:
min. 145 mm
–
Binnenwerkse hoogte
ladebodem/traverse:
min. 75 mm
–
Binnenwerkse uittreklengte
voorkant werkblad/binnenkant
ladefront:
min. 400 mm
–
Diepte lade:
min. 434 mm
–
Breedte van het apparaat:
138 mm
De ladebodem moet minstens
10 mm dik zijn.
Stopcontact kiezen
Info:
Er moet een opbouwstopcon-
tact (conform VDE/DIN 49440,
ÖVE, SEV) ter hoogte van de
lade aan of achter de achter-
wand aanwezig zijn.
De verbinding tussen stopcon-
tact en netaansluitsnoer moet
onder de achterste traverse of de
bovenliggende ladebodem en zo
ver mogelijk boven de achterste
hoek van de onderkast liggen.
Als de netadapter in het stop
-
contact zit, moet de lade volledig
kunnen worden dichtgeschoven.
De netadapter moet toegankelijk
zijn voor de gebruiker, zodat hij
het apparaat indien nodig
(bijv. voor de reiniging) van de
netspanning kan halen.
I
Leveringsomvang montage
18 montageplaat
19 doorvoertule
20 zelfklevende kabelgoot
–
4 platkopschroeven
(kruisgleuf, PZ 3,5 x 12)
Staafmixer monteren
K
Boor de posities voor het
aanbrengen van de montage
-
plaat (18) voor met een 1 mm
boor.
•
Schroef de montageplaat vast
met de meegeleverde schroeven.
•
Klip het laadstation (13) vast
op de montageplaat.
K
Boor met een metaalboor
(diameter 12 mm) een gat in de
achterwand van de lade. Zorg
ervoor dat het snoer parallel
aan de zijwand van de lade van
het laadstation naar het gat kan
worden geleid.
•
Steek de doorvoertule (19) in
het boorgat van de achterwand
van de lade.
•
Kort de kabelgoot (20) in tot
de benodigde lengte en plak hem
vast aan de ladebodem.
•
Steek de netadapter (15) in
het stopcontact.
• Voer het netadaptersnoer van
achteren door de doorvoertule
en steek het in het laadstation.
• Leg het netadaptersnoer in de
kabelgoot en sluit deze.
• Bind het overtollige netadap
-
tersnoer vast aan de kabelgoot.
A
Leg de staafmixer (1) met
zijn contactvlakken op de con-
tactpennen van het laadstation.
L
In de correcte positie zit de
staafmixer voelbaar vast en
knipperen de LED’s van de
LED-indicatie (6).
Nederlands