58
• Detecteer individuele voorwerpen gemaakt van bekende materialen zoals horloges, ringen, sieraden, koper, goud,
zilver, schroot, enz. Onthoud de bijbehorende optische en akoestische signalen en de afstanden. Oefen totdat u de
visuele en akoestische signalen foutloos en duidelijk kunt interpreteren.
• Houd de metalen objecten in verschillende hoeken en observeer de verschillen in het akoestische signaal.
• Herhaal de test met objecten gemaakt van verschillende metaalsoorten.
f) Weergave en geluidssignalen interpreteren
Schakel de metaaldetector in. U hoort mogelijk een geluidssignaal vóór de standaardinstelling. Bij een metalen object
dat tijdens het zoeken wordt gevonden, is de weergave of het geluidssignaal afhankelijk van verschillende factoren
en instellingen van de metaaldetector.
• De sterkte van de wijzeruitslag in de analoge display (12) geeft de afstand van een gedetecteerd signaal (meestal
van het metaal). De wijzeruitslag is een maat voor de signaalsterkte. Het geluidssignaal wordt luider naarmate de
zoekschotel (1) dichter bij de signaalbron komt; het neemt af naarmate het verder weg beweegt.
• Wanneer de drempel voor het metaal-onderscheid met de draairegelaar
DISC
(15) op de minimumpositie is
ingesteld, elimineert de metaaldetector eerst ferrometalen. Als de draairegelaar
DISC
(15) verder rechtsom wordt
gedraaid tot de maximale positie, onderscheidt het apparaat afhankelijk van de huidige instelling aluminium en
nikkel. Zilver kan echter ook in de hoogste stand niet als zodanig van andere metalen worden onderscheiden.
• Bij het detecteren van een door de draairegelaar
DISC
(15) geëlimineerd metaal beweegt de naald van de indicator
linksom in de linkerhelft van het analoge display (12). Er klinkt een zacht geluidssignaal of
geen
geluidssignaal. De
betreffende metaalsoort is akoestisch geëlimineerd.
• Wanneer een ander non-ferrometaal of legering is gedetecteerd, gaat de wijzer rechtsom naar de rechterhelft van
het analoge display (12). Daarbij klinkt een geluidssignaal dat afhankelijk van de afstand zachter of harder klinkt.
g) Valse meldingen
• Een valse melding is een weergave van een vermeend object, hoewel het object niet bestaat. Beweeg de
zoekschotel (1) meerdere keren over de positie van een signaal. Is het niet sterk en goed herhaalbaar, dan is het
waarschijnlijk een in de bodem verborgen object. In geval van onregelmatige en niet consistente meldingen is het
waarschijnlijk dat het een valse melding is. U hebt oefening en ervaring nodig om valse meldingen te herkennen.
Valse meldingen kunnen de volgende oorzaken hebben:
• De gevoeligheid is te hoog ingesteld.
• U beweegt de metaaldetector te snel of in een verkeerde hoek.
• Er zijn meerdere, verschillende metalen objecten aanwezig.
• Het object bestaat uit een aluminiumlegering die de metaaldetector niet herkent.
• Het metalen object is sterk geoxideerd. Er treedt een "kringlicht"-effect op.
h) Invloeden op succes bij het zoeken
• Het succes resp. de nauwkeurigheid in de lokalisatie van metaal zijn afhankelijk van veel factoren. Dat zijn bijv.
- De hoek waaronder het object in de bodem zit (oppervlak voor de detectie)
- De diepte van het object in de bodem
- De oxidatie van het object
- De grootte van het object
- Elektromagnetische en elektrische storingen (bijv. grondkabels) in de buurt van het object