NL8
8. Opmerkingen/Waarschuwingen
N
e
d
e
rl
a
n
d
s
Bijlage A1
8.
Opmerkingen/Waarschuwingen
De
MoveControl
gebruikt
een
bi-directionele
communicatie tussen de afstandsbediening en het
basisstation. Daardoor is het mogelijk, informaties van
het basisstation op de afstandsbediening over te
dragen.
Functiestatus LED blauw
•
1x knipperen per seconde: zoeken naar
het basisstation.
•
Constant
branden:
Basisstation
verbonden, systeem gebruiksklaar
Accu afstandsbediening LED rood
•
Symbool brandt niet: Accuspanning is in
orde.
•
1x knipperen per seconde: accu dient
vervangen te worden
•
Constant branden: accu is leeg. Alle
rangeer functies worden gestopt
Accu aanhanger LED rood
•
Symbool brandt niet: Accuspanning is in
orde.
•
Langzaam
knipperen:
accu
dient
opgeladen te worden.
•
1x knipperen per seconde constant en 3x
pieptoon:
accu
bijna
leeg.
Beslist
opladen!
•
LED brandt constant en 10 x pieptoon:
accu is diep ontladen. Om schade aan de
accu te voorkomen, dient deze zo snel
mogelijk opgeladen te worden.
Temperatuurweergave LED rood
•
Symbool brandt niet: temperatuur van
basisstation is in orde.
•
Symbool knippert snel en er klinkt een 5x
pieptoon:
temperatuur
van
het
basisstation te hoog. Uitschakeling van
alle
rijfuncties.
Basisstation
laten
afkoelen! Het systeem kan pas weer
worden ingeschakeld, als het basisstation
is afgekoeld.
Overbelasting weergave LED rood
•
Symbool brandt niet: stroombelasting van
het basisstation is in orde.
•
Symbool brandt constant en er klinkt een
pieptoon: overbelasting. Uitschakeling
van alle rijfuncties. Heractivering van het
systeem
is
mogelijk
door
de
afstandsbediening uit- en weer aan te
zetten.
Draadloosbereik weergave LED rood
•
Symbool brandt niet: draadloze bereik is
in orde.
•
1x knipperen per seconde: draadloze
bereik overschreden. Uitschakelen alle
rijfuncties. Her activering van het systeem
is mogelijk door de afstandsbediening uit-
en weer aan te zetten.
A1 Synchronisatie
Bij functiestoringen of na uitwisselen van
elektronica-delen
moet
een
synchronisatie
worden doorgevoerd. U gaat als volgt te werk:
Indien
noodzakelijk
de
afstandsbediening UITschakelen = één
keer drukken
Ook het basisstation uitschakelen.
Afstandsbediening Inschakelen = 2 keer
drukken
Tijdens
de
zelftest
van
de
afstandsbediening de voorwaarts- EN
achterwaarts-toetsen ingedrukt houden.
U hoort nu een constante pieptoon en
het
aanhangersymbool
op
de
afstandsbediening knippert.
Het basisstation inschakelen
Bij een succesvolle synchronisatie stopt
de pieptoon en het aanhangersymbool
brandt
constant.
Nu
kunt
u
de
voorwaarts- en achterwaarts-toetsen
loslaten. U hoort een korte pieptoon.
Het
basisstation
en
de
afstandsbediening
zijn
met
elkaar
gesynchroniseerd.
De synchronisatie is hiermee voltooid.
De afstandsbediening schakelt automatisch na 60
seconden UIT, indien deze niet wordt gebruikt.